ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 Bloeiende struikvormboomgaard op Zuid-Beveland. lagere bomen, vooral ook door de krachtige wind, die in Zeeland nogal eens schade aan het fruit toebrengt. In de plaats van de hoog- stammen (z.g. 6-voets stammen) was men al overgegaan op halfstammen (stammen van 1,20-1,50 m) en nu kwam daarbij de struik met een zeer korte stam. Het was nu mogelijk de vruchtbomen op kleine afstanden te plan ten, nl. op 5 X 5 meter, waardoor vroegere en hogere opbrengsten werden verkregen. De ver zorging van de lagere struiken was gemakke lijker en de windschade kleiner. Een groot voordeel van de struik was bovendien, dat nu rassen van fijnere kwaliteit, z.g. dessertappe len en -peren, met meer succes waren te telen. Het sortiment werd dan ook in deze jaren ver beterd door het planten van o.m. Transpa rente de Croncels, Yellow Transparent en Mank's Codlin bij appels en Clapp's Favouri te, Bonne Louise d'Avranches, Triomphe de Vienne, Précoce de Trévoux en Doyenne du Cornice bij peren. Ook bij de teelt van pruimen ging men over tot het planten van dessertpruimen. Zo onderging de fruitteelt in de twintiger jaren voortdurend uitbreiding en verbetering en werd vooral ook bet sortiment veelzijdig. Behalve appels, peren, pruimen en kersen werd veel klein fruit geplant, o.a. frambozen, aardbeien en bessen. Deze laatste produkten maakten een hausse-periode door in verband met de grote vraag van de conservenindustrie. Het is vooral in deze periode geweest, dat vele arbeiders en kleine grondgebruikers door de goede financiële uitkomsten van de klein- fruitteelt zich hebben opgewerkt tot zelfstan dig fruitteler. 150

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 6