No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT DE crisis van de dertiger jaren bracht een grote terugslag in de kleinfruitteelt, met het gevolg dat veel percelen werden ge rooid. Het was een gunstige omstandigheid, dat juist in deze periode zich wederom een nieuwe ontwikkeling voordeed en wel op het gebied van de appelteelt. De algemeen ge bruikte struikvormbomen waren veredeld op diverse onderstammen welke een meer of min der sterke groeikracht aan de bomen gaven. Door voortreffelijk onderzoekings- en selec- tiewerk van de professoren Hatton (Engeland) en Sprenger (Nederland) zijn bepaalde typen van onderstammen uitgezocht (de z.g. EM- typen I t/m XVII), waarvan vooraf bekend is welke invloed, vooral t.a.v. groeikracht, op de diverse appelrassen zal uitgaan. Hierdoor werd het mogelijk onderstammen in de prak tijk te brengen, die een zwakke groeikracht aan de struiken geven en een gunstige invloed uitoefenen op de eigenschappen der vruchten, o.a. vroege vruchtbaarheid, betere kleur en vroegere rijping. Men was hierdoor in staat appelbeplan tingen aan te leggen van uniforme bomen met een bepaalde groeikracht en vroege vruchtbaarheid. De teelt werd hierdoor aantrekkelijker, zodat door de relatief wat betere uitkomsten van de appelteelt in de crisisperiode, de kleinfruitgewassen werden vervangen door appels. Het type beplanting uit de dertiger jaren is geweest het z.g. blijver-wijkersysteem, waar bij de bomen op afstanden van 6 a 7 meter werden geplant op matig sterke onderstam men, afgewisseld met zeer klein blijvende bo men op zwakke onderstammen. Deze laatste dienden slechts voor opvulling gedurende de eerste 7 a 10 jaren, waarna werd overgegaan tot rooien van de z.g. wijkers. Bij peren deed zich het bezwaar voor dat de produktie wat laat intrad, maar ook hier werd door het meerdere gebruik van zwakke onderstammen, de z.g. kwee-typen, de pro duktie vervroegd en de kwaliteit van de vruchten verbeterd. r Specialisatie en expansie DE Zeeuwse fruitteelt ging in de richting van een meer gespecialiseerde teelt van appels en peren. Rassen van uitstekende kwaliteit werden in het sortiment opgenomen waarvan er nu nog enkele gewaardeerd wor den en een belangrijk deel van de produktie vormen, o.a. Cox's Orange Pippin, Jonathan, James Grieve en Golden Delicious. De afzet had voortdurend de aandacht. Meerdere vei lingen waren goed geoutilleerd om de steeds toenemende produktie op te vangen. In 1930 werden te Goes voor het eerst in Nederland z.g. Elite-veilingen ingevoerd, waarbij het fruit van de allerbeste kwaliteit werd sa mengevoegd en verkocht. Ten behoeve van de spreiding van de aanvoer over het jaar werden bij de coöperatieve veilingen koelhuizen ge sticht. Door de gunstige omstandigheden van bo dem en klimaat en de vooruitstrevendheid van de telers werd Zeeland een bekend en voor aanstaand fruitteeltgebied. De ontwikkeling werd in belangrijke mate bevorderd door on derzoek en voorlichting, o.a. onder leiding Appelbeplanting van vrije spillen. 151

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 7