ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 1
op de kletsnatte grond en bliezen de laatste adem
uit, terwijl de vijand een systematisch terugtochts
gevecht voerde naar het 3 km noordelijker gelegen
militaire oefeningsterrein, elke duimbreed gronds
door en door kennende."
En over Woensdrecht „een lage heuvel aan
de rand van de polders" zegt Thompson:
„Van het zuiden was de heuvel onaantastbaar en
de enige mogelijkheid om te naderen was uit het
oosten van de weg, die door Hogerheide naar
Korteven leidt. Maar zelfs deze aanvalsrichting
was alleen dan „mogelijk", als men aan „mogelijk"
een onmogelijke betekenis geeft. Het was de taak
van de mannen van de 5e Infanterie-Brigade deze
vijandelijke stellingen aan te vallen en te nemen.
Zij moesten frontaal aanvallen en een ijzeren wils
kracht drong hen voorwaarts. Telkens opnieuw een
paar meter terrein winnende, kruipende, strom
pelende en in gebukte houding, steeds zwijgende,
altijd doorweekt door modder en water, streefden
de voorcompagniën ernaar, vaste voet in Woens
drecht te krijgen, terwijl de vijand standhield als
een rots, zijn vuur met genadeloze zekerheid af
gevende en in die vreselijke dagen van stortregens
gespaard voor luchtaanvallen."
Op 16 oktober drong de Royal Hamilton
Light Infantry Woensdrecht binnen, drie da
gen van aanvallen en tegenaanvallen volgden
en op 24 oktober was de weg naar Zuid-Beve-
land open. Dat was 23 dagen na de start uit
Antwerpen, terwijl men 4 tot 5 dagen voor
de operatie had uitgetrokken.
Op 27 oktober werd Bergen op Zoom be
vrijd, op de 29e Breda.
In een meesterlijke weergave vertelt
Thompson van de opmars door Zuid Beve
land. Zijn beschrijving van de geestesgesteld
heid der Canadezen is even lezenswaard als de
gegevens, die hij over het kanaal Hansweert-
Wemeldinge geeft.
„In normale oorlogsgevallen zou zulk een hin
dernis onmetelijk, misschien onpasseerbaar hebben
geschenen. Voor de Canadezen scheen het eenvou
dig een routinezaak."
Van 24 t/m 30 oktober duurde de opmars
en op de 31e begon de aanval over de dam
in het Sloe. Deze snelle opmars was mede te
danken aan de landing bij Hoedekenskerke en
Ellewoutsdijk van 2 brigades van de 52e
Schotse Laagland-Divisie. Deze „Lowland"-
divisie was geoefend voor de strijd in het
bergland en belandde nu in de Zeeuwse klei
gebieden. Het kan raar lopen in de wereld.
Zij werd met amphibie-voertuigen overgezet:
Buffaloes, Terrapins, Allegators, Weasels en
D.D.-tanks. De artillerie durfde men niet
over te zetten naar de Bevelandse kleigebie
den; zij werd over Antwerpen en Woens
drecht naar de divisie gebracht.
In de morgen van 26 oktober landden de
Schotten, er werd twee dagen hevig gevochten
en toen trok de tegenstander terug naar Wal
cheren en met een deel van zijn troepenmacht
naar Noord-Beveland, dat op 2 november
zonder strijd werd bezet.
DE strijd in West Zeeuwsch-Vlaanderen
droeg al een even verbeten karakter als
die te Woensdrecht e.o. en men moet
bewondering hebben zowel voor de moed der
Duitsers in dit van alles afgesneden hoekje
land, als voor de aanvalsgeest en het door
zettingsvermogen der Canadezen. De 3e Ca
nadese divisie bestreed hier de 64e Duitse.
Het operatieterrein? Thompson beschrijft dit
stukje land (dat wij, Nederlanders, nu nog
helemaal met zo'n heel ongunstig terrein vin
den; gaat U maar eens tussen Gouda en
Woerden of in de Noordhollandse veenpol-
ders kijken!) als volgt:
„Met zijn ingewikkeld patroon van dijken, ka
nalen en watergangen, zijn onderwaterzettingen,
zijn blootgestelde wegen en dammen en de totale
afwezigheid van dekking voor aanvallende troepen,
was het misschien het grimmigste stuk grond, waar
op mannen ooit waren geroepen om er te vechten."
En: „Aan 's vijands zijde waren water en weer de
machtigste bondgenoten. Maar op geen punt tussen
het splitsingspunt van Neder-Rijn en Waal en de
zee was het water een machtiger en dodelijker bond
genoot dan in het gehele gebied van de Schelde-
monding. Het zou mannen dwingen tot de keuze
tussen het voorwaarts gaan over smalle dijktaluds
en wegen, blootgesteld aan vernietigend vuur of
tot de oksels door de overstroomde polders te
waden."
Bovendien werd de Duitse verdediging ge
steund door de machtige kustbatterijen van
Zeebrugge, Cadzand en Breskens en door die
op Walcheren.
10