No. 1 ZEEUWS TIJDSCHRIFT hier gaat om een grote groep kinderen sa men de bevolking van een kleine stad in de leeftijd van 6 tot ongeveer 17 jaar (g.l.o., v.g.l.o. en ulo) op scholen van allerlei om vang, waarvan de kleinste in totaal 11 en de grootste meer dan 400 leerlingen telt. Scholen ook van verschillende geestesrichting en daar bij gelegen in de altijd nog door diep water gescheiden delen van onze geografisch zo merkwaardige provincie. nader uit te werken t.o.v. de eisen, die men idealiter aan een goed leerplan dient te stellen. Een paar voorbeelden kort gevat mogen dit toelichten: De grote meerderheid der Zeeuwse kinderen spreekt het eigen dialect. Dit is voor hen de taal, die zij vanaf de geboorte hebben meege kregen en die zeer waarschijnlijk ondanks alle verdere studie - een medium zal blijven, dat hen, wat de gevoelswaarde betreft, steeds Een sieraad van 's-Gravenpolder: o.l. school en school der Geref. Gemeente. (met gymnastieklokaal) In kleiner verband gezien werkt en leeft elk van deze 150 scholen uit en voor het eigen milieu, alleen reeds omdat alle schoolarbeid rekening heeft te houden met het „hic et nunc". Anders gezegd, een pedagogiek, die geen rekening zou houden met het kind, zoals het milieu het aan de school presenteert, zou bij voorbaat tot machteloosheid zijn gedoemd. Hieruit volgt, dat het ganselijk niet onver schillig is, waar de school is gevestigd en dat het meten met één uniforme maat wel de slechtste dienst zou zijn, die men aan al deze organisch zo verschillende eenheden zou kun nen bewijzen. Het zou interessant zijn het vorenstaande sterker zal aanspreken dan het zgn. algemeen beschaafd. Minstens op twee manieren dient de school met deze omstandigheid rekening te houden: in de eerste plaats dient het aanleren van het Nederlands te geschieden vanuit het vertrouwde dialect en in de tweede plaats zal geen onderwijzer of leraar het zich kunnen permitteren zich minachtend over het dialect uit te laten. Daarmee toch zou hij de persoon lijkheid van het kind kwetsen, die hij volgens de eisen van zijn ambt juist dient op te heffen. Als voorbeeld kan ook de geschiedenis gel den. Zo ligt het bijv. buiten de realiteit het onderwijs in dit vak aan negenjarigen met de koepelgrafbouwers te doen aanvangen. Im- 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1959 | | pagina 25