9
No. 1
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
aanmerkelijk minder zou zijn geweest. Al
dient er rekening mee te worden gehouden,
dat Breskens en Oostburg, in Britse handen
zijnde, uiteraard toch krachtig door de Duitse
batterijen op Walcheren zouden zijn be
schoten.
Thompson's tweede bezwaar tegen de Britse
tactiek in die dagen is, dat men pas op 22
september na zware strijd een bruggenhoofdje
over het Albertkanaal ten noorden van Ant
werpen wist te veroveren en hij maakt het
verwijt, dat men dus 18 dagen heeft gewacht
om te bereiken, wat men op 5 of 6 september
praktisch zonder veel strijd had kunnen ver
krijgen en had kunnen doen volgen door een
bezetting, als door hem bedoeld van een voor
door het Krekerak. Nu geloof ik, dat de heer
Thompson hier de zaak te licht beziet: Een
bezetting, als door hem bedoeld van een voor
de Duitsers vitaal punt, zou ongetwijfeld ge
leid hebben de Duitsers waren ook geen
kleine jongens tot aanvallen zowel van
Zuid-Beveland als uit Bergen op Zoom en wel
net zo lang, tot zij Woensdrecht zouden heb
ben veroverd.
Mijn persoonlijke mening kan dus als volgt
worden samengevat:
Montgomery heeft de betekenis van Ant
werpen niet willen zien, waardoor de aanval
op de Scheldemond veel te laat is ingezet. Een
snellere opmars der Canadezen had West
Zeeuwsch-Vlaanderen vermoedelijk op heel
wat eenvoudiger en minder bloedige wijze
kunnen doen bevrijden, terwijl de aanval op
Woensdrecht elke dag, dat hij later werd in
gezet, steeds moeilijker werd, zowel door de
steeds sterker wordende vijandelijke verdedi
ging als tengevolge van de slechter wordende
weersgesteldheid.
Hoe is nu de strijd om de Schelde-fortifi-
caties in werkelijkheid verlopen?
Zoals U bekend zal zijn, was de eerste
doelstelling de verovering van West Zeeuwsch-
Vlaanderen en van de Krekerakdam bij
Woensdrecht. Daarna moest Zuid-Beveland
worden bevrijd door een opmars van Woens
drecht in de lengterichting van het eiland, ge
paard aan een landing uit Terneuzen nabij
Hoedekenskerke. Als derde en slotfase zou
dan een concentrische aanval op Walcheren
volgen en wel:
a. door een landing te Vlissingen uit Bres
kens;
b. door een lading bij Westkapelle uit Oost
ende en
c. door een opmars over de Sloedam uit
Zuid-Beveland.
Op 1 oktober gingen Canadese, Poolse en
Britse troepen tussen Antwerpen en Turnhout
tot de aanval over met het doel West Noord
brabant te veroveren ter beveiliging van Ant
werpen. Op de linkervleugel opereerde de 2e
Canadese divisie langs de as Antwerpen-
Bergen op Zoom en met als opdracht
de verovering van de toegang tot Zuid-Beve
land. Wij gaven U reeds een indruk van het
geen deze divisie doormaakte bij haar opmars
naar het Noorden. Maar het ergste kwam pas,
toen men de omgeving van de Krekerakdam
naderde, waar vier bataljons parachutisten de
bekende heuvel van Woensdrecht bezet hiel
den en andere troepen zich hadden genesteld
in het gebied om het Grote Meer, ten oosten
van de kunstweg naar Bergen op Zoom. Ik
mag niet nalaten U iets te citeren van wat
Thompson (die erbij was) hierover schrijft:
„Gedurende de nacht van de 9e begon de regen
te vallen in een gestadig ritme, uitgroeiende tot
een genadeloze zondvloed gedurende vier dagen en
nachten. De ochtendschemering van de 10e was
voor de troepen zeer zwaar. Rechts van de hoofd
weg kropen en strompelden de Essex Scottish en
het regiment de Maisonneuve door het doorweekte
bosterrein, omzichtig met het oog op de struikel-
draden en listig verborgen mijnen. Hun opdracht
was de vijand te verdrijven uit zijn sterke ver
dedigingsstellingen rondom het Grote Meer. Daar
lagen verschillende met elkaar verbonden meren
in het bosgebied, maar het verschil tussen land en
water begon weg te vallen.
Het lawaai van het granaatvuur vormde de be
kende achtergrond, maar het scheen de mannen,
rondtastend door de doorweekte bossen in regen
en modder, dat de enige geluiden het hoge gieren
van geweerkogels en de knal van detonerende
mijnen waren. Het zicht schrompelde in tot een
paar meters. Mannen zakten zonder geluid ineen