ZEEUWS TIJDSCHRIFT
standplaatsfactoren heeft onze provincie te
bieden aan tuinbouw, toerisme, industrie?
Voor vele van de hiertoe behorende bedrijvig
heden is Zeeland uitnemend geschikt. Onze
stranden en nieuwe recreatiegebieden bieden
nog onmetelijke ruimten aan de bedrukte
stadsmens. Onze zeehavengebieden ten oosten
van Vlissingen en achter Terneuzen hebben
eigenschappen die schaars te vinden zijn. Er
is maar één belemmerende factor: het ver
keer. Wij liggen ver van de grote bevolkings
centra, afzetgebieden. Hoe dichter die bij ko
men, hoe makkelijker wij ons fruit en onze
industrieprodukten kwijt kunnen, hoe meer
toeristen hierheen komen. We kunnen het ook
anders zeggen. De ongunstige verkeersligging
belemmert het volledig exploiteren van de mo
gelijkheden. We bereiken met de Zeeuwse
economie dan ook een evenwicht op laag
niveau en de marge er boven wordt uitge
maakt door onze talrijke werklozen en het
hoge vertrekcijfer. „Het evenwicht wordt be
paald door de onvolmaaktheid van de ver
keersmiddelen", aldus een duits hoogleraar en
wij houden ons eraan.
Trein en vrachtauto.
DE trein bracht hierin langs de smalle
streep die zij trok, bijna negentig jaar
geleden enige verbetering. De vestiging
van de grote Walcherse en Zeeuwsch-Vlaamse
industrieën hangt er ten nauwste mee samen.
De vrachtauto deed nog meer, zij was „demo
cratischer" omdat zij overal doordrong. Maar
Zeeland bleef verhoudingsgewijs toch achter,
want elders was men minder lang onderweg.
Vandaar dat wij een groot vrachtautopark
moeten onderhouden. Een miljoen ton goede
ren vanuit of naar Zeeland vervoerd vergt
veel meer kilometers, waardoor de omloop
snelheid van de auto's laag is.
No. 2
Hoe onze provincie toch ontsloten is blijkt
uit de toeneming van de aantallen overgezette
voertuigen en personen. In 1958 werden er op
het veer WolfaartsdijkKortgene 2\/i maal
zoveel auto's overgezet als in 1938 op het veer
VlissingenBreskens.
Dat daarmee de „bodemrijkdommen" tot
grotere exploitatie kwamen dan een kwart
eeuw terug kan men zich voorstellen. Jaarlijks
wordt voor 15 miljoen oesters, mosselen,
ijle haring en garnalen over soms grote af
stand geëxporteerd. De tuinbouw brengt 20
miljoen per jaar op. Alleen de deviezenop-
brengst van het toerisme in Zeeland beloopt
ieder jaar bijna 25 miljoen. Dergelijke hoge
cijfers zouden ondenkbaar zijn als de verkeers-
factor niet zeer was verbeterd.
Eén factor was voor Zeeland extra gunstig.
Door het kleine inwonertal is de eigen markt
klein en kreeg het aantrekken van nieuwe af
zetgebieden een relatief grote betekenis. Het
noorden des lands daarentegen beschikte reeds
over een vrij belangrijke afzetmarkt dicht in
de omgeving. Daarbij voegen wij de ontsluit-
tende invloed die is uitgegaan van de telefoon
en haar automatisering en kunnen wij consta
teren dat Zeeland ook zijn moderne contacten
en daarmee zijn mogelijkheid zich snel bij de
markt aan te passen heeft gekregen. Ook psy
chologisch is dit laatste van belang. Het wordt
dan ook tijd dat wij het woord isolement niet
meer gebruiken. Zeeland is een eind gevorderd
op zijn weg naar integratie via Nederland in
West Europa al blijven er natuurlijk nog
vele verbeteringen mogelijk. Die verbeteringen
zijn evenwel gradueel en niet principieel, zo
dat wij zelfs van het Deltaplan niet behoeven
te verwachten te worden omgewenteld.
Wil men nog een vergelijking dan zij opge
merkt dat de tijd niet ver meer is of de af
stand Den HaagVlissingen is gelijk aan die
van Vlissingen naar Den Haag.
1938 1958
passagiers auto's
Breskens-Vlissingen 48.000 340.000 400.000 2.000.000
Kortgene-W olf aartsdijk 22.000 130.000 120.000 440.000
38