No. 2 ZEEUWS TIJDSCHRIFT wij voor 1970 op 7000. Bij overschrijding van de 5000 wordt de aanleg van een weg van drie rijstroken evident; bij passeren van de 8000 zijn vier stroken noodzakelijk. De ontwerpers dienen dan ook nog de ontwikkeling van het Sloeplan, van de ontwikkelingskern Goes en van het toerisme te verdisconteren. De weg die in belangrijkheid op de tweede plaats komt, Hulst-Perkpolder, telt 1500 auto's per dag; in 1970 zal dit nog geen 3000 bedragen, ook hier zonder extra ontwikkelingen langs het kanaal. Scheepvaart. Het is hier niet de plaats om uitvoerig te verhalen over de toekomst van de Sloehaven en de haven van Terneuzen. Hen verzwijgen ware evenwel misplaatst. Een intelligent door dachte spreiding van zeehavenactiviteiten over ons land zal zeker enige specialiteiten naar Zeeland moeten afschuiven. Voor zover de Westerschelde dient te worden genormaliseerd is dit in de eerste plaats een zaak voor Ant werpen, omdat de vaarweg pas achter Hans- weert bedenkelijk slecht wordt. De prestaties van de Nederlandse binnen vaart zijn sedert 1950 met een derde toege nomen, ondanks een niet uitgebreide vloot. De schepen worden voortdurend gemoderni seerd. Dezelfde tendens wordt voor de toe komst verwacht. Er is vraag naar grotere schepen, welke de concurrentie tegen de vrachtauto kunnen volhouden. Schepen ver voeren zelden „van huis tot huis", zodat ex tra laden en lossen vereist worden. Bij stijgen de loonkosten kunnen deze nu over grotere tonnages worden omgerekend. In dit beeld past de concentratie van de bijna veertig land- bouwhavens in Zeeland, waartoe het lagere waterpeil in het Zeeuwse Meer noopt. In deze grotere havens kunnen de vergrote binnen schepen te allen tijde doordringen en ook hun outillage kan beter zijn. Tenslotte heeft de boer hiervan weinig nadeel, omdat hij over gemotoriseerde vervoersmiddelen beschikt en dus grotere afstanden van de boerderij naar de haven kan afleggen dan met paard en wagen. Verschillende van deze havens zullen voor kustvaarders toegankelijk worden of blijven, zoals Kamperland, Kortgene en Colijnsplaat. De haven van Breskens zal worden uitgebreid als de laatste veerboot naar de nieuwe veer haven zal zijn vertrokken. Voor Walsoorden wordt gerekend dat het de grote streekhaven van het land van Hulst zal worden. Langs het Kanaal door Zuid-Beveland wordt gedacht aan een insteekhaven. Het vervoer per kust vaarder wordt steeds belangrijker voor de ont sluiting. De laatste twee jaar worden er bij voorbeeld meer aardappelen direct uit Zeeland geëxporteerd dan via Rotterdam, waar de ont slagkosten veel hoger liggen. In deze rubriek vermelden wij tenslotte de voorgenomen uit breiding van de haven van Goes, welke voor de industrie-ontwikkeling in deze kern onmis baar is. Luchtvaart, hotels, telefoon. De luchtvaart is slechts voor weinigen van belang, maar die nemen dan ook leidingge vende posities in. Voor de vestiging van grote bedrijven met name in het geïsoleerde Zeeuwsch-Vlaanderen is herstel van de heli- copterdienst Brussel-Axel-Rotterdam dan ook aan te bevelen. Er is grote behoefte aan hotels. Wij hoeven geen positie in te nemen in de strijd om de Hilton-hotels, die voor de aanvoer van bui tenlandse toeristen grote betekenis zullen heb ben. De kritiek hierop vanuit hotelvakkringen kunnen wij in zover aanvaarden dat wij hier naast een „hotelbank" zouden willen hebben die de zo moeilijke financiering gaat verzor gen. Over de telefoondienst kan Zeeland zeer tevreden zijn, nu in 1960 de gehele provincie zal zijn geautomatiseerd. Slotsom. Het Zeeuwse verkeersprogramma is zeer uitgebreid en vraagt tijdige voorzieningen. Al

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1959 | | pagina 13