Amalia, mint gij den graaf? ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 naar gelang van het object is vijf tot twintig jaar vooruitzien noodzakelijk, wil het verkeer niet vastlopen. Binnen Zeeland is het vraag punt van de voorrang (prioriteit) meestal vrij eenvoudig op te lossen. In Nederlands verband wordt dit veel gecompliceerder, omdat er zo vele projecten, ook op heel andere terreinen, op aanpak wachten. De besproken brochure noemt o.a. het deltaplan. In zekere zin is dit echter ook een verkeersplan, zodat de urgentie ervan met twee vermenigvuldigd kan wor den. Overigens zij opgemerkt dat het delta plan meer de condities voor verkeersverbete- ringen schept dan dat het ermee identiek is. De regeringsverklaring wijst op de nood zaak verder te gaan met de regionaal-econo mische ontwikkeling. De Sociaal-Economi sche Raad adviseert hiervoor 50 miljoen per jaar beschikbaar te stellen. Het is duide lijk dat het verkeer hierop in grote mate aan spraak mag maken. J. C. Verkerk Overpeinzingen van een amateur-toneelspeler Een mens is in feite een zonderling wezendat nog heel veel kan leren van een eenvoudig, maar in de meeste gevallen toch wel gemanierd huisdier, zoals hv. de hond. We moeten bij deze vergelijking vooropstellen, dat ook een hond zijn vele, dagelijkse beslommeringen heeft: hij moet op gepaste en ongepaste ogenblikken blaffen, hij doet allerlei bewakingsdiensten, hij moet spelen met een rubberkluif, met een bal of een oude slof om zijn reeds latente jachtinstinct niet helemaal in zijn onderbewustzijn te laten verdwijnen, hij moet op gezette tijden kwispelen, zijn tanden laten zien, en iedereen kent het verhaal van die hond, die voor zijn baas de krant uit de bus haalt, zijn pantoffels klaarzet en zoals men mij bij navraag met stelligheid en op erewoord verzekerde zijn pijp stopt. Maar en nu komen we tot het grote verschil, waar door een dier een dier blijft en een mens een mens wordt als de hond klaar is met zijn dagelijks werk, dan ontspant hij zich, dan gaat hij geeuwen, slapen bij de haard of zo maar lekker zitten. EN wat doet een mens met zijn vrije tijd en in zijn vrije tijd? Ik geloof niet, dat dit voor iemand ooit een probleem is geweest, tot men op een zeker ogenblik en waarschijnlijk van overheidswege het begrip vrijetijdsbesteding uitvond, want sinds dat ogenblik heeft elk rechtschapen mens en daar zijn er gelukkig nog veel van zich verplicht gevoeld zich een aantal liefhebberij bezigheden op de hals te halen, waardoor er van vrije tijd beslist geen sprake meer was, 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1959 | | pagina 14