ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 buiten. Maar dat gebeurt heus niet elke keer dat je speelt. DAN komen de repetities. Van mijn groot vader herinner ik me nog de verhalen uit vroegere (gouden) tijden, toen een toneelavond nog gezelliger was dan een avond om het biljart of op de kegelbaan. Maar tegen woordig moet er op de repetities gewerkt wor den, en hard. Het amateurtoneel heeft in Zee land een zeker peil bereikt, o.a. door het Land juweel, een provinciale wedstrijd. De prestaties zijn omhoog gegaan en de weg terug zou het einde van de vereniging betekenen. De eerste weken wordt er hard gewerkt om vast goed op streek te zijn tegen dat de toneeladviseur in onze provincie een gezien en hardwerkend be roepsman komt en als die er is wordt er nog een schepje opgegooid. En dan komt de uitvoering in het zicht. Extra repetities, soms moet een deel van de zondag er aan opgeof ferd worden. Maar er is intussen nog meer gebeurd. Op een donkere, stoffige, tochtige, muffe zolder (huurprijs zeer behoorlijk) is het decor getim merd en geschilderd en de regisseur zorgt in middels voor wat er op het toneel moet ko men. Dit is een van de minst benijdenswaar dige bezigheden en elk stuk heeft zo zijn eigen specialiteiten. Voor een stuk dat in februari speelt blijk je plotseling een meloen nodig te hebben, een xylofoon en een huiselijk druk- persje. Voor het volgende stuk een schoorsteen met een brandende haard ervoor, die weg geschoven kan worden en dan wordt er een geheime gang zichtbaar, of er moet een hele kelder met vuurwerk de lucht invliegen. Bij een andere gelegenheid moet A aan B een enorme klap verkopen; hij haalt uit, wil slaan, maar dan wordt er op de rede een schip door een torpedo in de lucht geblazen. Klap gaat niet door, een enorme dreun, de echo daar van, het wegsudderen, een lichtflits, de vlam men van het brandende schip en als je het mooi wilt doen, dan schudden de muren en valt er kalk naar beneden. Vier elektrische specialisten staan met allerlei snoeren, stekkers en knopjes klaar, want de klap moet precies op tijd vallen, anders staan er twee op het to neel voor gek. Speelduur van de scène vier seconden. Voorbereidend werk een uur of drie. Zo komen we dan tot de generale repetitie een enorme heksenketel doorgaansmaar gou den uren voor ons toneelliefhebbend hart. De kostuums zijn gekomen, maar ze zijn voor iedereen te klein of te groot (naar keuze), de pruiken passen nooit, de hoofdrolspeelster, die van plan is te glanzen als nooit te voren, zal dit moeten doen in een gehuurd en pas ont vangen gewaad, dat haar niet staat, dat haar niet past en dat zelfs nog een grove belediging is van een gematigde smaak. Eén van de spe lers, een behoorlijke rol, was eergisteren ziek, zou gisteren niet meedoen, vanmorgen wel, vanmiddag niet. Een door het noodlot aan gewezen plaatsvervanger zit bleek zijn rol te leren, maar dan komt de man toch uit zijn bed gewankeld en verschijnt bleek maar glimlach end in de_ kleedkamer, opgevuld met kwast en asp er ine. De linkerhelft van het decor dreigt intussen om te vallen, bij de lichtrepetitie slaan er enkele stoppen door, de gordijnen hangen scheef, die meloen is er nog niet en Don Alva- ro kan niet in zijn laarzen komen. Iedereen heeft wat te vragen,wat op te merken en ieder een zoekt iets. En dat is dan alleen nog maar de buitenkantBij elke generale repetitie ge beuren er wonderen en alles komt voor elkaar. Op de avond van de uitvoering is alles pas klaar gemaakt of vervangen, er blijven wen sen over, maar het kan ermee door. De be lichting is in orde en de geluidsman rolt een cigaret. Merkwaardig genoeg is dit haast al tijd een zware. MAAR nu moet U eens naar de spelers kijken! Er is niets meer aan te doen, het zal nu moeten gebeuren. En dat is niet erg, als het doek nu maar openging, als je nu maar kon beginnen. Maar het is zeven uur en je moet nog een goed uur rondhangen. En dat is verschrikkelijk. Natuurlijk, er zijn er, die rustig een cigaret roken, die zelfs ge woon lachen en niet alleen van de zenuwen. 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1959 | | pagina 18