Boven en beneden de Schelde Over interne Zeeuwse tegenstellingen en hun oplossing ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 Drs. M. C. Verburg BOVEN en beneden de Schelde". Het onderwerp duidt op een tegenstelling en op een eenheid. De tegenstelling is evident; met de Schelde voelt iedereen dat de Westerschel- de is bedoeld. Aan weerszijden van de Oosterschelde leven evenmin dezelfde opvat tingen, maar het accent is hier toch wel milder De eenheid is eveneens klaarblijkelijk. Mini maal is zij het node aanvaarde of onverschillig bejegende gegeven van administratief tot een bestuurlijke eenheid te behoren. Maximaal is zij een verlangen. Daar tussenin manifesteert zij zich als een drang of een moeizaam streven. Het is ermee als met de voor de laatste oorlog zo scherp gevoelde tegenstellingen tussen boven en beneden de Moerdijk, die noodlottig dreigden te worden „voor zover ze de oplossing van staatkundige en economische vraagstukken in de weg stonden en wantrouwen zaaiden in een volk, dat slechts eensgezind de gevolgen der to tale crisis zou kunnen overwinnen". Men voelt de verwanschap tussen Moerdijk en Schelde en tussen de toenmalige nationale crisis en de huidige structuurmoeilijkheden van Zeeland. Al hebben de laatste micro-afmetingen, doordat wij er met de neus bovenop staan zijn zij voor ons toch levensgroot. Tegenover te scherpe geografische tegenstellingen stellen wij het zoeken naar bindingen, niet aan een gelijkgeschakeld Zeeland maar aan een provincie die is opgebouwd uit organisch samenspelende gewesten die hun eigen persoonlijkheid kunnen en moeten behouden. Daarover straks iets meer. Geografische veeldeling. ALLEREERST lijkt het wenselijk erop te wijzen dat er meer te observeren is dan een tweedeling tussen Zeeuwsch-Vlaan- deren en overig Zeeland. "Wij wezen er al op dat ook de Oosterschelde een scheidingslijn aangeeft en verder het Zijpe, het Mastgat, de Mosselkreek, de Zandkreek, het voormalig Sloe, de Braakman zaliger nagedachtenis en voor wie het zich nog herinnert het in 1926 ten slotte ingepolderde Hellegat dat nog steeds de scheiding tussen Hulster en Axeler Am bacht markeert (in 1846 kwam een eind aan het overzetveer tussen het Zaamslagse en Stop- peldijkse veer, toen een begin werd gemaakt met de afdamming van het Hellegat door de drooglegging van de Catharinapolder ten noorden van Kijkuit; zo recent zijn de geo grafische scheidslijnen nog). Zelfs de dusge naamde corridor tussen Schouwen en Duive- land, restant van de tussen 1374 en 1628 af gedamde en vervolgens verlande en ingepol derde Gouwe, is meer dan een landengte. Al deze bestaande en voormalige wateren delen de provincie op in gewesten van eigen geeste lijke, economische en sociale structuur en zelfs binnen die gewesten is de geaardheid soms geheel verschillend. Zo is West Zeeuwsch- Vlaanderen, het Land van Cadzand, overwe gend vrijzinnig-Protestants met langs de Bel gische grens zoals overal in Zeeuwsch-Vlaan- deren een brede Rooms-Katholieke strook. De bevolking van Walcheren, Tholen en Duiveland is in doorsnee orthodoxer. Het 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1959 | | pagina 30