No. 3
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Land van Axel, in 1586 van de Spanjaarden
bevrijd werd vooral gekoloniseerd door immi
granten uit Walcheren, wat aan de geloofs-
accenten, de taal en de klederdrachten nog
merkbaar is. Het Land van Hulst, in 1645
bij de reductie onder souvereiniteit van de
Verenigde Nederlanden gebracht, daarentegen
is wederom bevolkt met de oorspronkelijke
Vlamingen; de geconsolideerde militaire toe
stand gedoogde dat.
Binnen Zeeuwsch-Vlaanderen neemt men
dus een drieledige opbouw waar. Economisch
is de Kanaalzone het sterkst; zij oefent dan
ook een zuigende werking uit op haar flanken,
die als recruteringsgebieden voor haar arbei
ders worden beschouwd. Ook deze opvatting
doet conflicten rijzen.
Daarnaast is er de oriëntering. Schouwen-
Duiveland op Rotterdam, Tholen op Bergen
op Zoom, midden-Zeeland meer op zichzelf,
Oost Zeeuwsch-Vlaanderen op Antwerpen en
Gent, West Zeeuwsch-Vlaanderen ietwat op
Brugge, 's Maandagsmorgens kunt U in de
Hulster café's in Belgische kranten de uitsla
gen lezen van de Belgische ere-divisie en de
kermiscourses aldaar.
Beroepsmatige binding.
ER is een ander soort antagonie, dat merk
waardigerwijs de voorgaande neigt te
overbruggen. Als meest typerende hiervan
noemen wij die tussen landbouw en industrie.
De scheiding tussen die twee vervaagt nu men
de laatste jaren gaat beseffen dat de land
bouw zoveel arbeidskrachten uitstoot dat
Zeeland en in het bijzonder de dorpen dreigen
te worden ontvolkt. Alleen een zekere graad
van industrialisatie in de diverse contreien
en zeker niet in elk dorp apart schept de
mogelijkheid de dorpen intact te houden, iets
waarbij de landbouw een levensbelang heeft.
Ten aanzien van de gronden die door het toe
risme worden opgeëist zijn de controversen
eveneens milder geworden; de aanspraken
blijven meestal beperkt tot minderwaardige
stukken. Aldus is ruim baan gemaakt voor de
geografische overbruggende „missie" van de
verschillende bronnen van bestaan. Organisa
ties zoals de Zeeuwse Landbouwmaatschappij,
die van het wegtransport, de smeden en vele
anderen zijn op Zeeuws denken ingesteld. Zij
zijn Zeeuws georganiseerd, stuiten op verwan
te problemen en zoeken van nature meer naar
wat hen (beroepsmatig) verenigt dan naar
wat hen (geografisch) scheidt.
In dit opzicht is de '-jaarlijkse rij tour en de
wisselende tentoonstelling van de Z.L.M. een
opvoedend voorbeeld. Wanneer men bezuiden
de Westerschelde weieens verneemt: „Middel
burg" kent Zeeuwsch-Vlaanderen niet, dan
is het goede commentaar: even goed of slecht
als „Terneuzen" midden-Zeeland kent.
Rijtoerenmoet men in dit verband niet
onderschatten, want hoe kunnen wij elkaar
beter leren kennen dan in het landschap, dat
in Zeeland zo variërend is als de Zeeuw zelf.
Daarenboven, het begrip „Middelburg" is op
zijn minst dubbelzinnig. Als er het Provinci
aal Bestuur mee bedoeld wordt en de ambte
lijke en semi-officiële organen er omheen,
mag worden vastgesteld dat juist na de laat
ste oorlog door de revolutionaire invloed
van de verbeteringen in het verkeer de ken
nis van „Middelburg" omtrent de gehele pro
vincie zeer veelzijdig is geworden. De Zeeuw
se pers heeft in de spreiding van deze kennis
een voortreffelijke rol gespeeld.
Vlaanderen en Zeeland.
HET is duidelijk dat wij de tegenstellin
gen benoorden en bezuiden de Wester
schelde niet al te tragische behoeven
te nemen. Hooguit is het accent iets scherper
en daar is dan ook alle reden toe.
Die reden is in de eerste plaats fundamen
teel historisch. Sedert het verdelingsverdrag
van Verdun (843) behoorde Vlaanderen, met
inbegrip van het latere Zeeuwsch-Vlaanderen,
tot het West-Frankische en overig Zeeland
tot het Oost-Frankische, later Duitse Rijk. De
Vlaamse graven voerden een imperialistische
politiek ten aanzien van Walcheren en de
Bevelanden 2). De Honte was een onbelang
rijke stroom; de Oosterschelde leek een veel
83