De bomvrije ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 De bomvrije in Vlissingen heeft onlangs haar naam geen eer aan gedaan. Onder de voltreffers bevonden zich zelfs zure bommen. Voor wie het nog niet wist: de bakstenen stomp, ongeveer halverwege de boulevard, is een gespalkte ruïne. Restauratie of sloop was de vraag. Van de drie ton die nodig is voor herstel geeft Rijksmonumentenzorg 90 °/o. 10 is als gebruikelijk voor rekening van de gemeente. In de „P.Z.C." is een emotionele bloem lezing van voor en tegen verschenen. Het gros was tegen. Van schoonheid zou geen sprake zijn, voor stedeling evenmin als voor vreem deling. Historische waarde zou er niet meer in zitten dan in de bunkers van de Duitsers, temeer daar het ding slechts een deel is van een lang geleden gesloopte poort. Een ver keersobstakel is het overigens volgens ieder een wel. De politie zei dat slechts de waar schuwingsborden ongelukken voorkomen. Wij dachten overigens dat zulks de enige karakte ristieke bedoeling van alle verkeersborden is. Voor drie ton bouw je beter 20 flinke wonin gen - aldus het laatste contra-argument. De voorstanders waren meestal zoals gebruikelijk pathetischer, sentimenteler. Michiel kwam er zelfs aan te pas, maar die heeft voor ons in civiele zaken, afgezien van het feit dat hij niet meer leeft, geen gezag. „Vlissingen zou Vlissingen niet meer zijn". Toe nou! Is trouwens een leeftijd van vier eeuwen op zich zelf al geen bewijs van histo rische waarde? Volgens „De Stem" trachtte een wethouder een anti-revolutionair raads lid vergeefs te vertederen door te vermelden dat er tijdens de geloofsstrijd nog eens twee dominees hadden gevangen gezeten ook een historische waarde. Er waren ook andere voorstanders. Maak er een plein-achtige verbreding van de boule vard en sluit die af met flats en dagwinkeltjes. Grote behoefte aan verkoopplaatsen zal er op dit punt echter wel niet bestaan, maar dit hoeft de pret niet te drukken. Je kunt er een museum van maken (dat kan ook elders), verrekijkers plaatsen (idem) of een restaurant inrichten (met drie tafeltjes en de tapkast in het sous-terrain). Nu de raad de restauratie aannam en de eventuele bestemming het raads besluit niet meer behoeft te argumenteren is de weg voor verder fantaseren geheel vrij. Neem tot slot van ons aan dat wij niet voor of tegen zijn. Als niet-lid van de raad kunnen we ons dit veroorloven. Trouwens waarom zou een sentimentaliteit geen drie ton waard kunnen zijn. Zolang het geld van monumentenzorg toch aan niets anders be steed kan worden is elk intelligent schot bo vendien mis. Met genoegen lazen wij dan ook in „De Stem" dat de 17 (tegen 2) overwin naars in de raad voor zich zelf applaudiseer- den. 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1959 | | pagina 36