ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 4
Zwarte ruiter. Wilde eend J Bergeend.
(Winterkleed)
Intussen was de jacht op dit juweel een zeer
riskant bedrijf. Nu eens zat hij al op me te
wachten, terwijl ik nog maar naar de auto
ging, om me te verbergen, dan weer zat ik er
een ganse dag zonder hem te zien. Het ver
droot me echter nooit. Het in de zon blik
kerende watervlak met zijn dobberende eend
jes, het torenvalkje wiekelend boven het wei
land, de geelgors, zijn eentonig liedje ten beste
gevend hoog op de lichtleidingsdraad, de
bonte bergeenden, de gestyleerde figuur van
de blauwe reiger en dan de steltlopers aan
mijn voet, dit alles behoedde me ruimschoots
voor verveling. Een opsomming van de vo
gels, die ik in de loop der jaren daar bij 't
weekje kon waarnemen, bracht het tot het
respectabele getal van meer dan zestig soor
ten.
Dan komt het „kanon" op de proppen. Een
nieuw experiment. Een lens met zo groot mo
gelijke brandpuntsafstand, op een reflex
camera gemonteerd en dan opnamen doen
vanuit de auto. Ben dan niet aan een hand
breedte plaats gebonden, kan de volgeltjes
volgen, aldoor scherp stellende en ze nemende,
als ze even stilstaan. Een vriend verschaft me
een ouderwetse portretlens het ding weegt
een paar kilo's F. is 54 cm, de vóórlens
alleen dus 108 cm. Deze laatste, gezet op
een reflexcamera, uittrek tot bijna 130 cm en
ik kan beginnen. De dieptescherpte is uiter
aard uiterst gering, maar ik kan aldoor bij
stellen. Ik wil de vogels kieken op afstand
van 10 tot 20 meter. Het worden dus kleine
beelden, moeten alzo uiterst scherp zijn, willen
ze gewenste vergroting verdragen.
Zwarte ruiter in zomerkleed.
Watersnipje. Bosruiter.
Groenpootruiter.
98