No. 4
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Bonte strandloper. Bontbekplevier. Witte kwikstaart.
langer aan het weekje toefden: rosse grutto's,
zwarte- en groenpootruiters, oever-, steen- en
strandlopers, bontbek- en strandpleviertjes,
snippen, te veel om te noemen. Half juli leid
den de oeverlopers de terugtrek al weer in en
die hield aan tot in september toe. Witgatjes,
zwarte- en groenpootruiters bleven in open
winters vaak hangen.
De aangrenzende polder nu voerde door
een duiker zijn waterteveel door Kakkersweel
af naar de vaarten van Schouwen. Deze dui
ker stortte het allereerst in een kleine, ronde
kom, vanwaar een smalle geul met vlakke
randen naar de eigenlijke plas leidde.
Het waren nu vooral de slibrandjes van
deze geul en dit kommetje, die een bijzondere
attractie hadden voor al de kleine steltlopers.
Ik plaatste dus de camera's soms werkte
ik met drie tegelijk geplaatst op kleine,
aarden verhogingen, camoufleerde ze met
plantenafval en bevestigde de contacten langs
het slibrandje, door takjes of aardkluiten de
doorgang ter plaatse zodanig afbakenende,
dat de argeloze vogel zijn weg over het con
tact nemen en er op trappen zou.
Ieder, die aan vogelfotografie doet, zal
weten, dat het gewenste gevolg vaak een on
gewenst was, maar met een zeker procent
geslaagde opnamen was ik meer dan tevreden.
Stonden de camera's voor de opname gereed,
dan wandelde ik de weel eens rond, ging soms
ook wel even naar huis, als de kalveren ver
weg liepen of lagen te „schoven", maar liefst
bleef ik toch in de buurt, ook al, om na een
opname direct een nieuwe plaat voor te kun
nen schuiven. Om op een afstand te kunnen
zien, of een opname was gedaan, bevestigde
ik op de camera's wel z.g. verklikkers, wit-
geverfde stukjes triplex, die bij ontspanning
van de sluiter boven de camera omhoog
sprongen.
Waren de mislukkingen vele, och, ik nam
ze gaarne voor lief. Interessante bezigheid,
weldoende verstrooiing, opgaan, onbewust, in
de onberoerde sfeer van de stille, zonnige
zomerdag, wat vermocht daartegen de be
slommering van het prozaïsche, aardse gedoe?
DAN komt de auto op het tapijt. In let
terlijke zin op het tapijt, het groene
grastapijt! Niet, dat het riskante van
het bedrijf: vogels met de staart naar de lens
gekeerd, vogels met twee koppen, met wazige,
uitgeslagen wieken, me te bar werd. Ik wist
tevoren, dat ik met deze methode te volgen,
de vogels had te accepteren, zoals ze op het
ogenblik van belichten voor de lens stonden.
Maar waarom zoveel risico genomen, als ik
dit voor een goed deel kon ondervangen door,
in de auto gezeten, op de zachte kussens, zelf
bij de gewenste stand van de vogel, op de
knop te drukken, wat ik nog wèl zo sportief
vond. Het automatische gedoe was een sport
op zichzelf, vooral uit een oogpunt van tech
niek.
Alzo de contacten aan de wilgen gehangen
en vanaf de camera's lange draadsnoeren, tot
twintig meter lang, naar de auto geleid. De
auto zelf, hoe dichtbij ook, houdt de vogels
niet weg, mits je niet met je snuit vlak tegen
95