No. 4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT OP een namiddag nu, dat ik alweer een hele tijd had zitten mijmeren, het was al tweede helft augustus en de meeste trekkers waren al verder getogen zag ik opeens op de dorpel van die loze dui ker een schitterend gekleurde vogel zitten, de ijsvogel. Het was zijn tijd. Geen broedvogel op Schouwen zijnde, blijkt hij, naar ik vol gende jaren noteerde, hier in de maand augus tus te verschijnen om tot volgende april te blijven. Reeds de volgende morgen stond de groen rok op de plaat. Een ietwat merkwaardige foto voor niet ter plaatse bekenden. Zo vroeg een mijner vogelvrienden elders, die de foto onder de ogen kreeg, zich vol verbazing af, hoe in 's hemelsnaam de ijsvogel, die zich nooit hoog in de lucht verheft, gaarne rake lings langs het water scheert, ertoe kwam zich in een galmgat van een hoge toren te installeren. Intussen fascineerde de kleurige gast me zózeerdat die eerste opname door wel tien andere gevolgd werd. Het kan altijd nog mooier, zei ik en het mooiste moest ik hebben. Ook moest er variatie in de opnamen zijn. Ik wilde hem hebben op een rustiek paaltje of Ijsvogel op dorpel loze duiker. Ijsvogel. dito tak, als het lukken wilde, ook al eens met een visje in zijn snavel. Uiterst schuw voor de mens, maalde hij om de camera in het minst niet, ging er zelfs bovenop zitten, zette zich in zijn schijnbaar onbeheerste, drif tige zwenkingen beurtelings op elk van de paaltjes neer, die ik om de kom heen in de grond dreef. Eenmaal zag ik er twee tegelijk op mijn tak zitten, maar die waren het, zo te zien, sterk oneens. Ik geloof, dat die pas van de reis kwamen en het jachtgebied nog niet ver deeld was. Uit het feit, dat men op een be paald traject, van enkele kilometers lang als regel maar één ijsvogel ziet, maakte ik op, dat ze het jachtgebied verdelen en een ver dwaalde in hun gebied niet dulden of ver dragen. Kakkersweel was zulk een geliefkoosd plekje voor deze soort, omdat die haast uit sluitend van vis leeft Kingfisher noemt de Engelsman hem en de duiker in het alge meen zulk een goede kans op rijke vangst geeft. Wil men de ijsvogel waarnemen, loopt dan de heulen of duikers maar af. 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1959 | | pagina 9