Vier eeuwen Sloe No. 5 ZEEUWS TIJDSCHRIFT M. P. de Bruin DE verbinding tussen "Walcheren en Zuid-Beveland kwam in 1871 tot stand. De spoor- wegdam verbrak het isolement en markeerde een nieuwe ontwikkeling. Het terrein bezuiden deze dam begon snel aan te wassen, wat resulteerde in de bedijking van de Quarlespolder in 1949. Het draadje van 1871 was nu een heel dikke kabel geworden. De inpoldering was verhaast door de aanplant van het bekende Spartinagras (Spartina town- sendii), een sterk slibhoudend gewas. Ten zuiden van de Quarlespolder ligt, verhaast ook door het leggen van slibbevorderende werken, een nieuwe aanwas op bedijking te wachten. MEN heeft hiervoor grootse plannen. Plannen, die als sluitstuk van de in dijking van het Sloe, tevens naar men hoopt een nieuwe stoot aan de industrie-ont wikkeling in Zeeland zullen geven. Reeds heeft de maatschappij „De Schelde" haar oog op dit gebied laten vallen, terwijl ook getracht zal worden andere industrieën aan te trekken. In augustus van dit jaar werd bekend, dat de aanleg van scheepswerven enz. voor „De „Schelde" geprojecteerd wordt buiten de ont worpen afsluitdijk van het Zuid-Sloe. De grootse plannen t.a.v. de havengelegenheid hangen af van de behoefte die de industrie hiervoor toont. Het zijn evenwel nog plan nen en konden op het kaartje figuur 1) dan ook alleen met stippellijn worden aangegeven. "Wanneer wij het kaartje verder bekijken, zien wij dat de bedijkingen in het Sloe tot 1547 teruggaan. Vier eeuwen bedijkingswer- ken hopen we in dit artikel, uiteraard zo be knopt mogelijk, weer te geven. De naam Sloe bestaat echter zo lang nog niet. Als zodanig komt het voor het eerst in de stukken voor in 1630. In 1638 wordt het vermeld op een kaart van Blaeu en eveneens op de kaart van Chtistoffel Bernards die een situatie weer geeft van 1641 figuur 7). Sloe betekent eigenlijk niet anders dan een over strand of schor lopende geul, maar werd hier tot eigen naam verheven. Vóór die tijd werd het Jonker Frans(en)gat genoemd figuur 5) naar Jonker Frans van Brederode, die in 1488 met zijn schepen door deze tot dan toe onbekende vaargeul trok. Noodgedwongen, omdat de vaart langs Arnemuiden beschietingsgevaar opleverde. De nieuwe vaargeul heeft zich langzaam tot een breed water ontwikkeld. "Wanneer wij de situatie aan de hand van een gedeelte van het bekende Panorama van Fig. 1. Huidige situatie van het voormalige Sloe.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1959 | | pagina 15