No. 5 ZEEUWS TIJDSCHRIFT nomisch Instituut blijken deze gunstige stand plaatsfactoren kosten en prijzen gunstig te beïnvloeden. Uitgaande van standaardcijfers voor een representatief assortiment bedroegen de kosten per 100 kg niet-bewaard fruit in Zeeuwse struikvormboomgaarden voor peren 21,62 en voor appels 24,90 en in de Betuwe respectievelijk 24,84 en 25,38. Voor appels aan spillen stond Zeeland even eens bovenaan met 23,03; in de Betuwe was dit 24,12, in Noord-Brabant en Lim burg 25,99. De voornaamste redenen voor deze lage kostprijs vormden de hogere kilo opbrengsten die de kostprijs per eenheid druk ken. In Zeeland was de opbrengst van appe len (struikvorm) 22.000 kg per ha, voor de Betuwe 17.500 kg. Voor spilvorm was dit respectievelijk 23.000 kg en 18.500 kg per ha, welk laatste cijfer ook voor Noord-Bra bant en Limburg geldt. De opbrengst aan peren beliep in Zeeland 24.000 kg, in de Be tuwe 17.000 kg per ha. Ook de opbrengst in geld ligt hier hoger. Appels brengen gemiddeld 7 cent, peren 10 cent meer dan elders op. Wat dit in een ex treem slecht jaar als na de vorstwinter van 1957/1958 betekende blijkt uit de netto-op brengst die in Zeeland gemiddeld 30.000, per bedrijf bedroeg en in de Betuwe 100, verlies opleverde, zodat de ondernemer daar niet eens zijn volledige arbeidskosten goed maakte. Landbouw. OOK hier speelt het klimaat een rol ten gunste van Zeeland, vergeleken bij voorbeeld bij Groningen. Bovendien blijkt de grond hier geschikter te zijn voor gewassen waarvan de wereldmarktprijs rela tief hoog ligt. Zo overweegt in Groningen de teelt van granen, waarvan de kostprijs boven de wereldmarktprijs ligt. In Zeeland daaren tegen domineren de aardappelen en de bieten, die juist een gunstig prijsverschil opleveren. De brouwgerst waarvoor Zeeuwsch-Vlaande- ren befaamd is mag eveneens met ere worden genoemd. Volgens recente cijfers maakt het gemiddelde landbouwbedrijf 200,meer winst per ha dan Groningen. Zouden wij het peil van Groningen halen dan zou dit op de 110.000 ha akkerbouwareaal in ons gewest 22 miljoen per jaar nadelig verschil maken. Aardappelexport. Vanouds worden de Zeeuwse aardappelen overwegend via de haven van Rotterdam ge ëxporteerd. De laatste jaren heeft de kust vaarder echter ook Zeeland ontdekt. Het ver voer per vrachtauto naar Rotterdam was, tijdens de lage markt voor scheepsvrachten even duur als de vracht Hansweert-Londen. Het laden te Hansweert komt op ongeveer 1,50 per ton, te Rotterdam op ruim 3,50. Geleidelijk heeft dit geleid tot een concen tratie van koelhuizen in de omgeving van Kruiningen, die momenteel een simultane capaciteit van meer dan 30.000 ton hebben. Deze ontwikkeling treft men in mindere mate ook elders in Zeeland aan. In 1958 werden er meer aardappelen via ons gewest geëxporteerd dan via Rotterdam en wel rond 150.000 ton. 50 liep via Hansweert. Aan deze groei is nog geen einde gekomen, want onze kleine zeehavens trekken ook aardappelen aan uit verafgelegen provincies. Zelfs wanneer er op de duur nivellering in de tarieven plaats vindt zal deze export behouden blijven. Zoals Rot terdam op zovele andere gebieden b.v. ertsoverslag zogenaamde agglomeratie voordelen kan bieden (o.a. massa-capaciteit) en over een grote groep vooruitstrevende on dernemers beschikt, zo is dit voor Hansweert het geval bij de aardappel-export. Voor uien doet zich een soortgelijke ontwikkeling in ge ringere mate voor. Visserij. DE Zeeuwse stromen, de zeegaten en de kustwateren van de Noordzee bezitten voor de visserij specifieke en soms unieke eigenschappen. De kom van de Ooster- schelde is bodemkundig en hydrografisch een onovertroffen standplaats voor de oesters. Dezelfde plaats en delen van de Grevelingen 1 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1959 | | pagina 9