Het Drie-eilandenplan verdrijft de visserij uit Veere ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 1 door dn. M. C. Verburg HET lofdicht op onze waterbouwers is het grafschrift van de visserij. Zo zou het motto moeten luiden van die ene tra gische paragraaf die deel uitmaakt van het machtige oeuvre van het Deltaplan. Beveiliging van leven en goed overheersen de in de ogen van het publiek onaanzienlijke visserij in die mate, dat de laatste als het ware naar de bijlagen wordt verwezen. In het zuid westen van ons land zijn de eerste regelen van de necrologie reeds geschreven. Zij zal voltooid zijn als in 1978 de dam door de Ooster- schelde gereed is gekomen. 1960 is het laatste jaar dat de garnalen visserij vanuit Veere zal worden bedreven. Door de aanleg van een vissershaven in Colijnsplaat zal nog 18 jaar respijt worden gegeven en het visgebied van Roompot tot Banjaard even lang bereikbaar blijven. Nadien zullen de schepen ter plaatse niet meer buitengaats kunnen komen. Het is trouwens de vraag of dit voor de garnalen visserij nog wel zin zou hebben, want de garnalenstand zal zich dan misschien verplaatsen of achteruitgaan, omdat de Oosterschelde paai- gebied is. Veere's visserijhistorie. ZOALS in alle kustgebieden is de visserij zo oud als de bewoning. Veere is als „visschershieken" ontstaan; vissers wa ren de eerste bewoners. Zoals de meeste Wal- cherse dorpen moet het plaatsje in de 12e eeuw of vroeg-13e eeuw zijn ontstaan. Uit de vis serij is de vrachtvaart gegroeid en de vracht vaart gaf weer de stoot tot de handel. Zo werd Veere, mede door toedoen van zijn heren, de machtige Borsele's, één van de vele belangrijke handelssteden van het economische landschap waarvan Brugge en later Antwer pen de hoofdsteden waren. De Schotse wol stapel die er eeuwen gevestigd was getuigt er van. In de bloeitijd had de stad 4000 inwoners geteld. Albrecht Dürer schetste het in 1520 als „ein fast feines Stadtlein, da aus allen Landen die Schiff anlanden". Het verval in de 18e en 19e eeuw is de letterlijke afbraak van Veere geworden. Thans heeft het 1000 inwoners en zijn voornaamste welvaartsbron is de visserij. In de jaren van hoogtij wordt van visserij in Veere weinig of niets vernomen. Waar schijnlijk is deze geheel overvleugeld geworden en verdrukt. In een rijke handelsstad is de visserij een onaanzienlijk bedrijf. Sociologen zouden wijzen op het geringe prestige van het vak. Bovendien is het een bekend verschijnsel dat de vissersknecht de promotie tot matroos ter koopvaardij gretig aanvaardt. In het na- bijzijnde Arnemuiden daarentegen, dat veeleer uitblonk door zijn rede en vrachtvaart is de garnalenvisserij altijd in tel gebleven. Totdat in 1871 de spoorlijn van het Sloe naar Vlis- singen Arnemuiden van het open water af sneed en de Arnemuidse vissers Vlissingen en vooral Veere als thuishaven kozen. Zij bleven echter hun geheel eigen dorp trouw; een visser verlaat de eigen gemeenschap slechts node economie komt hieraan nauwelijks te pas. Zo is Veere, nadat de handel was ver- 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 18