Ernst en luim van de spreiding
No. 1
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
DE Haagse psycholoog dr. J. Luning
Prak heeft een pleidooi geleverd
voor de groei van de Randstad. Hij
heeft dit „geestig" en „fervent" gedaan en al
is de psycholoog de laatste jaren wel wat in
diskrediet geraakt in zijn kwaliteit als „nieren
proever", bij velen heeft zo'n vakman toch
nog magisch gezag. Hij vertegenwoordigt dus,
als hij aan de weg timmert, een stuk publieke
opinie, dat men alleen daarom al niet ver
waarlozen mag.
Laten wij voorop stellen dat de „spreiders"
het er wel eens naar gemaakt hebben als zij
het slachtoffer van een lachend auditorium
worden. Het beklag over de wijze waarop de
Randstedeling woont en werkt is op zijn
zachtst gezegd verdacht zolang de gedupeerde
zich zelf niet beklaagd heeft. Ook het etaleren
van de noodzaak ons land harmonisch op te
bouwen slaat aandoenlijk op niets, omdat
deze hoedanigheid nog niet bepaald doorzich
tig is gemaakt.
Tegenover zulke tegenstanders heeft de
heer Luning Prak geen subtiel geschut van
node gehad. Onze plaats in de Euromarkt kan
nu eenmaal niet worden verzekerd door Beilen
of Oirschot, aldus de psycholoog. Vandaar
dat de Randstad, die nu rond Ax/\ miljoen in
woners telt in de komende 20 jaar tot 8 mil
joen moet uitgroeien, waarmee meer dan de
bevolkingsaanwas van ons gehele land aan
dit gebied ten goede zal komen. Bovendien
is het intellect in de steden relatief dichter ge
concentreerd dan op het platteland. Natuur
lijk hangt dit af van onze definities van het
begrip intellect (of intelligentie!) zo kan
men tegenwerpen maar laten wij dit plak
ken van etiketten aan de vakman overlaten.
Ten slotte is er nog de fiscus, die de Rand
stad kaalplukt, een onbewezen stelling, die
vooralsnog geen stand houdt tegenover de
zeer dure investeringen die daar nodig zijn.
Economisch ligt daar de kern. In Delfzijl,
Drachten, Emmen, Etten en achter Terneuzen
is bewezen dat vele activiteiten aanmerkelijk
voordeliger naar de buitengewesten gediri
geerd kunnen worden. In Twente en Eind
hoven was dit bewijs al eerder geleverd.
Vandaar dat de groei van het westen sedert
de eeuwwisseling steeds meer vertraagd wordt
en elders de ontwikkeling in tempo stijgt. Dit
beeld wordt nog vertroebeld doordat het
noorden en Zeeland het tempo drukken. Het
noorden zal zijn extra-stimulansen wel tou
cheren. Liet kleine Zeeland stelt bescheidener
eisen en heeft trouwens zijn waterstaatswer
ken om op te vertrouwen. Trouwens zelfs
binnen het Waterweggebied is een groot
scheepse decentralisatie op komst. De groei
van plaatsen als Den Briel en Hellevoetsluis
passen bepaaldelijk niet in de theorie van de
psycholoog.
ER is de laatste tijd veel actie tegen de
spreiding aan de gang. De voorzitter van
de Rotterdamse Kamer van Koophandel
en nog zeer onlangs een van zijn secretarissen,
de directeur van de Rotterdamse havenwer
ken hebben hierover enige voorzichtig-afkeu-
rende opmerkingen gemaakt. De heer Luning
Prak is gevolgd en het Vlaamse Economisch
Verbond wil zelfs de helft van Zeeland
annexeren, zoveel toekomst ziet het er liggen.
De architect W. M. Dudok schreef in de
„Haagse Post" van 16 april jl.„Duiden alle
uitvindingen na de spoorweg in de richting
van decentralisatie, het massale autoverkeer
wijst zelfs op de noodzakelijkheid hiervan;
het ontwortelt de stad aan haar oorspronke
lijke reden van bestaan: de intensivering van
het menselijk contact". En iets verder: „Want
voor de ontwikkeling van de industriële, eco
nomische en culturele potenties van ons volk
is daar niet alleen de randstad Holland. Wij
29