No. 1 ZEEUWS TIJDSCHRIFT missie maakte hij een rapport over de technische mogelijkheden tot dichting van de zeegaten. In 1954 werd hij tevens hoofdingenieur-directeur van de Deltadienst-Zuid. De naam „dijkenbouwer" is inderdaad voor de veelzijdige ir. Dibbits een nogal beperkte aanduiding. Maar tevens doet deze veelzijdig heid de vraag stellen: „Is moderne dijksbouw niet zo sterk gespecialiseerd, dat het eigenlijk nodig is van jongsaf in het natte werk te zitten?" „Neen!" zegt hij. Maar het is een voor waardelijk antwoord: Mits je bereid bent met anderen samen te werken. De individua list zal in deze moderne vorm van water bouwkunde meer moeite hebben dan degene die het met anderen samen wil doen. Het so list zijn is er echt niet meer bij. Trouwens, rijkswaterstaat als dienst kan evenmin een solo-partijtje blazen. Er moet intensief met het bedrijfsleven worden samengewerkt. De delta dienst is een modern bedrijf met allerlei af delingen. Wat is er al niet bij: asfalt, isotopen, decca, waterhuishouding, mechanisatie, noem maar op" „Overigens leggen we die dammen heus niet omdat we zulke uitgekookte jongens willen wezen. We moeten! Het vechten tegen de zee op zanderig terrein is voor de Nederlander levensnoodzaak. En daarom worden we een voudig gedwongen op dit stuk van zaken te excelleren. In andere landen doen ze het weer op andere gebieden. Bij ons is het een to be or not to be. En dat scherpt de geest"zegt de dubbelganger van Bellamy. En nog eens nadrukkelijker: „Wat we hier presteren met het Deltaplan is heus niet om dat we zo knap zijn. Het is de cumulatie van vijftienhonderd jaar waterbouwkunde." SOLIST zijn is er niet meer bij. Samen werking met anderen. Met het bedrijfs leven, maar ook met de streek. Ziehier de thema's, die het gesprek met ir. Dibbits beheersen. Dat samenspel en de samenwerking met anderen is voor hem evenzeer een tech niek als het neerzetten van caissons. Bij onder handelingen zoekt zijn watervlugge geest naar de zwake plekken in het betoog van de tegen stander. En als hij die vindt, dan priemt hij er onbarmhartig op los. Op een ander ogen blik zal hij zijn zaak verkopen met de flair van een vaardig vertegenwoordiger, gecom bineerd met de intelligentie van de sales- promotor. Maar verwijt hem niet „technicus- zonder-hart" te zijn, zoals wel eens is gebeurd in visserij-kringen. Het is een verwijt, dat deze waterbouwkundige fel van de hand wijst. Hij weet en beseft, dat het werk van zijn dienst en van hem voor velen bittere konsekwenties heeft. „Maar het móét gedaan worden! Onze veiligheid eist het!" „Er valt mee te praten", zeggen de Zeeuwen over hem en ze knikken er in stemmend bij. „Ze hebben realiteitszin", zegt hij waar derend over de Zeeuwen. „Maar hou'em in de gaten", voegen die er nog eens waarschuwend aan toe. En samen zetten zij zich daarop aan tafel om te praten over de ingrijpende en langdu rige operatie in Zeeland: het Deltaplan. De spitse dubbelganger van Bellamy en de Zeeu wen, die zich echt niet in de hoek laten drin gen. Hun gesprek vormt nu al jarenlang een belangwekkende dialoog. Moge het resultaat vruchtbaar zijn! De K.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 5