Nerthus Voorjaantocht en de Strao!
No. 2
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Luc Montigny
ZO heeft dan weer de hoorn van de
voorrijder geklonken in de Zeeuwse
duinen met de Strao en zijn de Mi-
chielspaarden de zee ingedreven. En in het
voorjaar is Nerthus zegewagen zijn lente-
tocht begonnen. Ofschoon aan het reinigende
zeewaterbad een logisch feit ten grondslag ligt
door de lange staltijd der paarden ontwik
kelde zich een infectie in de „sokken" (de ge
heel behaarde achterzijde der hoeven) waar
door enig vocht naar buiten gepekeld werd,
de z.g. „krappe" doet dit aan de genezend-
sacrale handeling die er aan ten grondslag ligt
niets af, integendeel zij wordt er slechts door
bevestigd. Van de reinigende invloed van
water al dan niet sacraal aangewend
vertelt Serge Golon ons in één zijner jacht
verhalen 't volgende. Op safari zijnde met een
gids in een jachtreservaat in Belgisch Kongo
ontdekten beiden sporen van een kreupele
leeuw en een panter naast elkaar. Even later
vernamen zij het geluid van zware stappen en
voor hun verbaasde ogen verschenen twee
doodzieke, tot op het geraamte vermagerde
olifanten wier huid overdekt was met korsten
en zweren. En na korte tijd struikelden jager
en gids bijna over een schurftige, door en door
zieke buffel. Allen bewogen zich in één en
dezelfde richting. Verbijsterd volgde de jager
de gids deed allang niet meer mee het
spoor der zich moeizaam voortslepende dieren
tot hijzelf plotseling tot de knieën wegzakte in
een brandende, modderige zwavelbron. En
hier vond hij de oplossing van het raadsel. De
Commandant van alle Dieren had zijn Oproep
niet vergeefs tot zijn zieke onderdanen gericht
want hier in dit genezende water ploeterden
„Het water van de zee wast alle zonden af"
Euripides
en snoven zij naast elkaar, romp en schoften
geheel ondergedompeld in de dampende mod
der. Een paradijselijk schouwspel, een 20ste
eeuws millennium waar elkaar vijandige die
ren: leeuw en gazelle, panter en buffel zij aan
zij gemeenschappelijk genezing zochten. De
jager herinnerde zich plotseling een hartnek-
kige uitslag op zijn arm. Hij bedacht zich niet
lang, ontkleedde zich, volgde het voorbeeld
der dieren en plonste naast hen in de hete
modder. Binnen zeer korte tijd was hij van
zijn exzeem genezen en toen hij later nog eens
terugkeerde naar zijn wonderbron om er mon
sters van te nemen bleek deze radio-actief te
zijn.
ER is echter ook een ander aspect van
Strao dat zeer de aandacht trekt, het
vruchtbaarheidsprincipe. Wat zou de
Strao zijn zonder paarden en zonder het z.g.
„rollen" thans geheel verdwenen van
jonge mensen op Palm Zondag (Palmpasen).
Tot welke oeroude bronnen moeten wij gaan
om het begin van de Strao te vinden? Zou dit
strao-rijden ook niet kunnen dateren uit een
tijd toen van castreren van de hengsten geen
sprake was en men dus beide paardegeslachten
bij elkaar bracht? Het is hier niet de plaats
om uitvoerig in te gaan op dit „rollen" doch
onwillekeurig denkt men bij deze vruchtbaar
heidsrite aan het grondige onderricht in de
liefdesdaad dat een Eskimo-ouderpaar zijn ge
slachtsrijpe jeugd geeft. Treffend beschrijft
Pater Raymond de Coccola dit in zijn „Ayo-
rama", erop wijzend dat de ijzige koude in
de iglo waar elke uitwaseming in pegels be
vriest iedere onkuise prikkeling aan het rea-
45