H Zeeuws Tijdschrift
Het oude en het nieuwe Zeeland
N U M M E R 2 10e JAARGANG I9 60
Drs M. C. Verburg
ENIGE tijd geleden was in het Zeeuws Tijdschrift een discussie aan de gang over het
moderne regionalisme. Conclusies zijn daaruit niet getrokken, maar achteraf be
schouwd zullen de tegenstanders wel accoord kunnen gaan met enkele algemene richt
lijnen. Het oude regionalisme is te zeer door historische ressentimenten gewekt en door theo
rieën van „bloed en bodem" besmet geworden om nog enige aanhang waard te zijn. De mo
derne vorm stelt zich, zonder toch te ver verwijderde ideaalbeelden, tevreden met mee te
werken aan de vormgeving aan nieuwe krachten in de gewesten. Hiertegen zullen oude, ver
trouwde tradities, wanneer zij vermolmd zijn, het afleggen. Maar dit kan nooit een bezwaar
zijn, was het ook niet toen onze voorvaderen hun dagelijkse plicht deden en ons hun legaat
nalieten om er het onze mee te doen.
ER is in dit licht nog één belangwekkende
zaak die de aandacht verdient. Men
hoort nog al eens verkondigen dat het
verstandiger zou zijn niet mee te doen aan de
nieuwlichterij, dat er toch nog één plekje in
ons land moet blijven waar de onrust van het
nieuwe zo ver mogelijk vandaan moet blijven.
En dat plekje moet dan Zeeland zijn.
„Zeeland zal steeds minder Zeeland zijn."
Het oude gewest zal in het nieuwe geen her
kenbare trekken meer hebben. Een bonte
groep mensen pleegt dergelijke aforismen
toe te voegen aan hen die zich moderne regio-
nalisten noemen, die op vele uiteenlopende
terreinen mee vorm geven aan de nieuwe tijd
in een oude streek.
Poëten, romanciers, serene wetenschaps
mensen van de oude stempel, lofredenaars op
het verleden gooien wat snippers op de rivier
in de hoop dat zij zich tegen de stroom in
zullen bewegen. Zij hebben ongelijk, maar hun
argumenten verdienen de aandacht, omdat zij
tegenkrachten opwekken tegen al te wilde on
dernemingen. Omdat zij de velen die de
stroom een nieuwe richting geven er toe kun
nen brengen de nieuwe bedding toch nog wat
te corrigeren.
Zij hebben nogmaals ongelijk, in de
wereld van nu en straks ongelijk. Maar his
torisch zullen zij warempel een stukje gelijk
vertegenwoordigen, omdat zij achteraf invloed
zullen hebben gehad.
HET oude en het nieuwe Zeeland, om deze
vraag gaat het. Laten wij beginnen bij
het nieuwe Zeeland en dan vooreerst
bij de landbouw zelf. Driehonderd miljoen
voor de nuchtere herverkavelingen, cultuur
technische omwentelingen, op moderne weten
schappelijke kennis opgebouwde fruitteelt met
steeds hogere rendementen, tractoren geen
10.000 paarden meer giftige maar doel
treffende plantenziektebestrijding, efficiënte
en bewonderenswaardige voorlichting, hon-
33