ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 poenen naar beneden vielen. Zulk soort ver halen vinden we bij Cats in rijen. Wie weet niet van de leeuw en de muis, de muis en de kikvors, het riet en de eikeboom? Als we Cats' humor wat nader bezien, be merken we, dat hij zijn effecten voornamelijk op de anecdotische weg vindt. Slechts zelden begeeft hij zich op het pad der geestige woord speling, waar Huygens de grote meester is. Huygens' woordspelingen zouden vaak goede stof kunnen leveren voor een modern crypto gram, ze vereisen enig nadenken. Bij Cats zijn ze altijd doorzichtig. B.v. de man, die in het huwelijk teleurgesteld is: Eerst was het Fijtje lief, nu is het niet als 't Fij, fij. Of die jonge man, die om het meisje minder weigerachtig te maken, bij de Schepper zwoer, dat hij haar trouwen zou, maar toen het huwelijk dringend werd, zei, dat hij met de „schepper", de lepel bedoeld had. In de eerste plaats zoekt Cats dus het anec dotische en de twee voorbeelden die ik van het woordenspel gaf, liggen toch ook nog op het anecdotische vlak. Tussen zijn vele ernstige verhalen vinden we ter afwisseling voortdurend grappige geschiedenissen. Soms koos hij zijn stof zelfs uit de plaatselijke anecdotische stof, zoals de geschiedenis van die Middelburgse dame, die bij het minste of geringste, dat haar in conflict met haar man bracht, naar haar ouders vluchtte. Toen ze weer een keer door het raam naar buiten klom om bij haar ouders troost te zoeken, liet de man op herhaald aandringen van zijn schoonouders om zijn vrouw weer in zijn huis toe te laten, zich alleen vermurwen op inwilliging van zijn voorwaarde, dat ze door hetzelfde raam naar binnen zou klimmen als waar door ze hem verlaten had. In de Trou-ringh staat een aantal grappige verhalen: van Hansje, die door zijn vader, een vrouwenhater door slechte ervaringen, buiten de gewone maatschappij wordt groot gebracht en eindelijk voor 't eerst een vrouw ziet. Vader weet op de onstuimige vragen van zijn zoon alleen te vertellen, dat het een gansje is, maar Hans heeft nu maar één wens: Hansje wil een gansje. Een van de beste stukken uit de Trou-ringh is de Maagdenroof van de Benjamyten te Sci- lo. In het bijbelboek Richteren wordt verteld, dat in een binnenlandse strijd alle vrouwen en kinderen der Benjaminieten gedood zijn. Maar Israël wil niet, dat de stam Benjamin uitsterft. De Israëlieten hebben echter gezworen, dat ze hun dochters niet aan een Benjaminiet ten hu welijk zullen geven. Uit dit dilemma redden ze zich door de Benjaminieten de raad te geven om ter gelegenheid van een feest te Scilo het benodigde aantal meisjes te roven, onder be lofte, dat de maagdenroof niet zal worden vervolgd. Over deze roof, die in het bijbel boek slechts enkele regels vergt, schrijft Cats een uitvoerig gedicht. Met plezier vertelt hij, hoe de jongelingen in hun ijver om de mooi- sten uit de hoop te veroveren toegrijpen, de buit weer loslaten om een nog mooiere te vat ten, hoe de meisjes gillend uiteenstuiven en zich verweren, wat de begeerte alleen maar versterkt, maar hoe één van hen, zeker niet de minst mooie, zich niet verweert, niet vlucht, integendeel al haar best doet om zich te laten grijpen en zie, die wordt juist versmaad. Allen rennen achter de vluchtelingen aan. Een an dere, Tirsa, weet de rauwe hoop te ontvluch ten, maar komt Ophel tegen, die haar al lang bemint en nu verzet ze zich niet langer tegen zijn trouwe liefde en komt ook nog in het huwelijksbed. De levendigheid waarmee Cats de wilde lust der jongens, het psychologische begrip voor het bezwijken van Tirsa en het leedvermaak om de versmade maagd, die zich zelf te goedkoop maakte, toont de geamuseer de Cats op z'n best. Het uitvoerigst houdt hij zich bezig met het zelfbeklag van Egla, de versmade, maar ja, het is gelijck noch overal de meeste vryers doen," ze kiezen „ryp, en byster groen." Maar ze heeft wel ge leerd. Ze begrijpt, dat in de stad voor de schaarse overgeblevenen der jonge meisjes de kansen schoon staan, mits ze er voor zorgt, dat het niet bekend wordt, dat ze alleen voor 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 6