De agrarische sector in relatie tot de andere bestaansbronnen in Zeeland No. 3 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Dr. C. de Galan EEN agrarische provincie", dat is het dikwijls op Zeeland ge drukte stempel. Strikt genomen klopt dat niet. Qua man kracht en omzet is de landbouw niet meer de belangrijkste bestaansbron in ons gewest. Maar toch is er reden de term agra rische provincie voorlopig nog te handhaven, omdat voor grote delen van Zeeland de overheersende positie van de landbouw, mede door afgeleide bedrijvigheid, nog bestaat en omdat Zeeland tot de meest agrarische provincies behoort. En misschien ook omdat de mentaliteit van de Zeeuw, zoals die zo boeiend is geschetst in het fotoboek „Ontworsteld land", nog steeds duidelijk de invloed van het agrarisch levensmilieu verraadt. Niettemin: de andere bestaansbronnen groeien in betekenis. Zij dreigen de landbouw te overvleugelen, feitelijk, en in nog sterker mate in de aandacht die zij van overheid, wetenschap en publiek ontvangen. Een positiebepaling en het aangeven van de relaties met de andere bedrijfstakken is voor de landbouw daarom nuttig. In dit stukje zal hiertoe op enkele belangrijke punten een poging worden ondernomen. Wij zullen, met andere woorden, de vraag proberen te beantwoorden: in hoeverre groeit de agrarische bedrijfstak mee met de overige, bestaat er parallelliteit of botsing van belangen? HET lijkt niet nodig een schets te geven van de agrarische sector als zodanig. Het zal voldoende zijn er aan te her inneren, dat ook in de landbouw sprake is van een snelle ontwikkeling, kwalitatief en kwantitatief. Mechanisatiepeil, onkruidbestrij- ding, efficiency, rassenkeuze, dit alles groeit en verbetert en dat heeft een voortdurende stijging van de arbeidsproduktiviteit tot ge volg. Niet alleen of misschien zelfs niet in de eerste plaats de ondernemers werken hieraan. Belangrijk is het wetenschappelijk onderzoek dat de boer via onderwijs en voorlichting be reikt, belangrijk zijn ook de herverkavelingen, die in Zeeland voor een waarde aan rond 300 miljoen aan verbetering der produktie- omstandigheden hebben tot stand gebracht. Dit alles brengt mee, dat de ondernemers in land- en tuinbouw steeds meer geïntegreerd worden in hun omgeving en in de hele maat schappij. Dit wil niet zeggen, dat deze be drijf shoofden tot voor kort een geïsoleerde, aparte groep vormden. Vooral in Zeeland werd al in een vroeg stadium voor de markt geproduceerd en bestond er dus contact met de wereldeconomie. Maar de relaties met de omgeving en de niet-agrarische bedrijfstakken worden toch steeds nauwer, ook door de toe genomen communicatie. Wij zullen voor enkele van de belang rijkste terreinen nagaan hoe de relaties tussen landbouw en andere bestaansbronnen in Zee land liggen. 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 13