ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 ïi. Ook Vlissingen begon te profiteren van zijn strand. Was het preutsheid of angst voor de koude bovenlucht, die de badgasten er toe bracht, zich tot in het water te laten rijden? Op de duur stonden de badstranden van Europa vol van deze koetsjes, die passagiers vervoerden over afstanden van dertig meter of daaromtrent. 12. De Cammaerts, Fassaerts en Govaerts, die vóór 1880 de Schelde van Walsoorden naar Hansweert overstaken om zonder verwijl bij een Nederlands spoorstation te geraken, keken dikwijls op hun neus. Wanneer hun scheepje na lang wachten bij Hansweert geschut was, gleed het door het Kanaal van Zuid-Beveland naar een steiger, die ten noorden van de spoor brug lag. Was de trein al op komst, dan ging de brug niet meer open. Menig reiziger had vanaf de spoorboot een mooi gezicht op de trein, waarmee hij gehoopt had zijn tocht voort te zetten. Er werd een steiger aan de zuidkant van de brug gebouwd, wat een verbetering was; maar het scheepvaartverkeer in Hansweert ontwik kelde zich snel; het schutten vorderde steeds meer tijd. Toen kwam er een goed ingerichte omnibus voor twaalf personen en getrokken door twee paarden. Vervolgens dacht men aan een paardetram die Hansweert-buiten-de-sluis met het spoorstation Vlake zou verbinden. Op 19 november 1909 besloten de Staten tot aan leg en exploitatie van een stoomtram over ge noemd traject; 2 juni 1913 werd de dienst ge opend. Een Franse maatschappij, de Société nouvelle des établissements Decauville ainé, Haiien mei skomirsm, Viske, /Cchierkaai 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 22