Proficiat Noord-Beveland ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 4 De pioniers-ontginners hebben inmiddels al jaren geleden plaats gemaakt voor de jongere generatie. Het jaar vóór Wereldoorlog II, 1939, verbreedt en verdiept deze de hoofd vaart, maakt de grenssloot eveneens tot een brede vaart en krijgt daarmee de beschikking over zóveel uitgegraven grond, dat het droog- liggende terrein kan worden opgehoogd tot een peil, dat kade, dwarssloten, greppels, mo tor en vijzel ten enenmale overbodig maakt. Van de 28 gemeten moeras en water, zijn dan 20 gemeten goed weiland verkregen; acht ge meten zijn opgeofferd moeten worden. Ten behoeve van de steeds nog vele vogels is sympathiek idee in een verloren hoek een eiland gecreëerd. Merkwaardig wel, dat, al thans in de allereerste jaren slechts heel enkele paartjes zich daar te broeden zetten. Willen de vogels hun bedje niet gespreid zienWillen ze zelf kiezenf 't Verschijnsel is niet nieuw. Hoe het op de duur gegaan zou zijn, weten we niet, want dan, in 1944 roept Hitier, na z'n debacle in Afrika, z'n paladijn Rommel uit de Sahara herwaarts en drijft deze kort en goed de inundatie van heel Schouwen-Duive- land door om eventuele landingen van de R.A.F -piloten op ons eiland te beletten. Dan komt op het kortelings opgehoogde Vlake- terrein tot 1,3 meter water te staan, waarmee uiteraard al wat nog van het rijke vogelleven restte abrupt ten gronde wordt gericht. En als dan, na de bevrijding, de toestand zich langzamerhand begint te herstellen, na Door de vele „rimram" van symbolen, waaraan onze tijd mank gaat heen, is het duidelijk dat de opening van de Zandkreekdam op 1 oktober 1960 een historisch feit is in de geschiedenis van Zeeland. In dit nummer vinden soortgelijke feiten tweeënnegentig en acht entachtig jaar geleden werden de Kreekrakdam en de Sloedam voor het spoorwegverkeer vrijgegeven uit voerige beschrijving. 1 juli 1868, 1 maart 1872 en 1 oktober 1960, zij horen in één cyclus thuis. Die cy clus wordt hopelijk in 1964 vervolgd, wanneer de dam door de Grevelingen Schouwen-Duiveland zal bevrij den en in 1978 wanneer de Oosterschelde zal zijn af gesloten. Er valt niet over te twisten dat voor Noord-Beveland weinige jaren de Vlake weer voedsel biedt aan een rijke kudde vee, het zelfs, wat de vogel bevolking betreft, de moeite gaat lonen, ver gunning aan te vragen voor het rapen der meeuweneieren, april-juni, dan maakt de ca- tastrophale watervloed van februari 1953 dat alles in één enkel getij weer ongedaan, krijgt de zee maanden lang tijd, om sloten en vaar ten finaal dicht te slibben, er nog een laag bo venop te leggen, zo efficiënt en revolutionair, dat na de ontwatering van het eiland niemand aan herstel van de vorige toestand zelfs maar denken kan. Dan ligt de Vlake daar als een uitgestrekt, vrij gelijkmatig geëffend vlak, waarmee de Herverkaveling niet eens bijzonder veel moei te heeft. Zijn draglines wroeten en graven de nodige sloten, zijn bulldozers schuiven en strij ken de zaak als een balzaal zo glad en koren zal groeien, waar voor korte jaren het vee graasde. En zo is dan weer een brok ongerepte na tuur, verlevendigd door honderden vogels, van de kaart, ten offer gevallen neen niet zo direct aan de tijdgeest aan de meest ver derfelijke watervloed der laatste eeuwen, is weer een ruit toegevoegd aan het gigantische schaakbord, waarin de Herverkaveling het oude eiland heeft kunnen herscheppen. En weer vindt, meer dan volledig, het bekende psalmwoord zijn toepassing: Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer. 1 oktober 1960 dé dag was. De sluiting van de dam op 4 mei van dit jaar en de sluiting bij Vrouwen polder in het voorjaar van 1961 zijn minder belang rijke data. De Noord-Bevelander kan nu te allen tijde van zijn eiland af en de andere Zeeuwen kunnen er op elk moment heen. De Noord-Bevelander zal er niet door veranderen. Hij is menigmaal agrarisch zijn tijd vooruit geweest. Zijn welvaart ligt op een hoog peil. De boeren hebben er altijd een ruime kring van belangstelling gehad. Hij heeft niets meer en niets minder verdiend dan een vaste verbinding. Vandaar dat wij nu aan het voormalige eiland onze gelukwensen overbrengen en het in ons volgend num mer tot onderwerp van een speciaal opstel zullen maken. 104

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 20