No. 4
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
„De eerste schakel van den grooten keten
mijner ontwerpen zal van een voornemen in
eene daadzaak veranderen. 14.000 bunders
verloren gronden zullen van den winstderven-
den staat, waarin zij verkeren, in winstgeven-
den staat overgaan, en daartoe de Schelde af
gedamd, en het eiland Zuid-Beveland met een
kanaal moeten doorsneden worden."
Bij het Koninklijk Besluit van 6 oktober
1849 wordt de spoorwegconcessie ingetrokken
het einde van het eerste bedrijf en aan
Dronkers concessie verleend tot afdamming
van de Oosterschelde onder verplichting vóór
de aanvang van dat werk een kanaal te graven
door het eiland Zuid-Beveland, het begin
van het tweede bedrijf De akte van con
cessie van 8 oktober 1849 regelt de voorwaar
den.
HET tweede bedrijf is eigenlijk de ge
schiedenis van de „Maatschappij tot
indijking der op- en aanwassen in de
Oosterschelde", niet minder dramatisch dan
het eerste. Niet dat Dronkers de spoorweg
uit het oog verliest. Reeds 29 oktober 1849
vraagt hij aan hem de voorrang voor de ver
binding Vlissingen met de Duitse grenzen te
verlenen, indien de latere tijdsomstandigheden
dit mogelijk maken. Van deze tijd af dateert
zijn connectie met een aannemer Adolphe Du-
bois-Nihoul te Brussel. In 1850 blijkt Dron
kers moeilijkheden te hebben met het four
neren van een borgtocht van 200.000,
waartoe hij een overeenkomst met genoemde
aannemer heeft gesloten. Om uit de moeilijk
heden te geraken, heeft hij het plan tot vor
ming van een N.V. die de gehele zaak van
afdamming en wat erbij hoort van hem over
neemt.
AFB AHMÏKG
(Nster
MM'M, DOOR ZUID-BEVÉUIM.
De grenzen van de aan- en opwassen volgens de brochure van 1850.
91