No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
als in die petitie staat, dan hebben burgemees
ter en wethouders en ook de districtscommis
saris, ofwel overdreven als zij bij andere ge
legenheden schreven dat de katholieken niet
„vreedzaam waren maar onrustig" ofwel ze
beschouwden zichzelf alleen als volwaardige
burgers. Deze laatste houding treffen we ook
elders aan.
Als we dit alles overwegen kunnen we niet
anders dan betreuren dat van protestantse zij
de niet geluisterd werd naar de directieven
van hogerhand om geen petities op te stellen.
Want nu werd de stemming tussen twee be
volkingsgroepen wel grondig bedorven. Dat de
katholieken zich niet anders uitten, is alleen
te verklaren uit het feit dat ze zich inderdaad
als de minderen beschouwden. We zullen nog
zien dat dit niet het geval was in het 5de
district.
IN het 5de district was de situatie anders
dan in het 4de, waarvan het prak
tisch volkomen gescheiden was door de
Braakman. Was men in het 4de district tot
het verschijnen van dat fameuze bericht in
het „Journal des Flandres" vooral beducht
voor het plunderend grauw uit Brugge en om
streken, in het 5de district werd men daarmee
niet direct bedreigd. In Brugge heerste een so
ciale crisis gepaard met uitspattingen van
werkloze arbeiders. Dit werd uitgebuit en aan
gestookt door een op politieke weerwraak be
luste groep. In Gent, St. Niklaas en Antwer
pen petitioneerde de meerderheid van de
werkgevers tegen de scheiding van het noor
den en werden de arbeiders door ruime sub
sidies van de regering aan het werk gehouden.
Bovendien lag het leger nog in Gent, Dender-
monde en Antwerpen en was deze streek zo
beschermd. Zo was er hier in de september
dagen en de eerste dagen van oktober geen
vrees voor plunderende inwoners van Vlaan
deren. Straks zouden deze streken wel open
komen te liggen en bovendien zouden ze dan
van militaire hulp verstoken blijven. We zul
len dat aanstonds nog duidelijk zien. Niette
min verwekte het artikel van het „Journal des
Flandresvan 6-7 oktober ook hier reactie.
Reeds de 8ste schreef de burgemeester van
Sas van Gent, W. J. J. van Frankenbergen
en Proschlitz dat hij de bevolking naar aan
leiding van dat artikel had „getranquilleerd",
door hen te wijzen op de grondwet en de trac-
taten. Maar ten overvloede vroeg hij een
„openbaarmaking" van de gouverneur om
„de kwalijkgezinden en R.C. godsdienst ijve-
raars" af te schrikken.
Sas van Gent was een overwegend katho
lieke plaats. Van de 1100 inwoners waren er
slechts 260 hervormden, de rest katholieken.
De burgemeester, tevens inspecteur van de be
lastingen, stamde uit een oud Duits geslacht
dat rond 1729 in Staatse dienst was getreden.
De gouverneur antwoordde de burgemeester
aanstonds op zijn voorstellen en maakte hem
duidelijk dat het in tijd van revolutie geen
zin had te wijzen op grondwet en tractaten.
Daarom zou het niet staatkundig zijn de aan
dacht te vestigen op Staats-Vlaanderen. De
burgemeester bond wel in maar dat kon toch
niet beletten dat de katholieken zeer bewust
de kant kozen van het zuiden. Het komt ons
voor dat de figuur van de burgemeester hier
niet helemaal vreemd aan was.
In het verdere district werd dit artikel niet
opgemerkt en zo schreef de districtscommis
saris de 11de oktober nog naar de gouverneur,
dat alles rustig was en dat hij niets te melden
had. Wel alarmeerde de burgemeester van Sas
van Gent de districtscommissaris en deze
schreef op zijn beurt de 13de aan de gouver
neur dat de Brusselse benden, die inmiddels
in Gent waren aangekomen, van zin waren
een inval te doen in het 5de district om Sas
van Gent en de sluizen van Neuzen te bezet
ten. Maar de 15 de kon Von Raden de gouver
neur geruststellen dat het bericht overdreven
was. Zo ging ook deze bedreiging voorbij,
voorlopig althans!
Waren als reactie op dat artikel van het
„Journal des Flandresde geesten voorbereid
131