Van Vrouwenpolder tot Domburg
De duinen en bossen van de Oranjezon en de Manteling
No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
was hier de vestingcommandant en vreemd
genoeg gaan alle militaire maatregelen voor
Zeeuwsch-Vlaanderen van hem uit. Van de
provinciale commandant, generaal Ramdohr,
ging geen initiatief uit. Later zou hij dan ook
vervangen worden. Op aandringen van de
gouverneur, die hierover op 1 oktober zelfs
een direct verzoekschrift had gezonden aan
de koning, werden de garnizoenen van Vlis-
singen en Middelburg die uit „Belgen" be
stonden, vervangen door mariniers. Ook Bath
op Zuid-Beveland werd versterkt en op ad
vies van de directeur-generaal van Oorlog
werd besloten de vloot in de Zeeuwse wateren
te doen kruisen.
Al duurde het nog wel enige tijd alvorens
al die beslissingen uitgevoerd warener was
zodoende toch een grondslag gelegd voor de
verdediging en er was nu een veilige linie
opgesteld van waaruit tot een offensief kon
worden overgegaan, mochten er aanvallen ko
men. Er bleef nu nog de grote vraag waar
Ledel zijn soldaten vandaan moest halen. Deze
was wel bezig met inspecteren en confereren,
maar inmiddels waren ook de aanvallen be
gonnen van vrijwilligers uit Noord-Frankrijk
onder leiding van Ernest Grégoire en Bau-
wens.
Slot volgt).
C. Sipkes
IN dit tijdschrift (no. 3 van de jaargang 1959) schreef ik in het
kort reeds over de Manteling bij Domburg en de bossen bij
Oostkapelle.
Als grootste aaneengesloten loofhoutgebied langs de Nederlandse
kust, dat van grote ouderdom is, verdient het onze belangstelling,
bewondering en, wat ik aan het slot van het artikel hoop aan te
tonen, onze zorg. In de jaren 1916-1921 heb ik er veel gebotaniseerd
en ik heb dit beschreven in de „Levende Natuur" onder de titel van:
„Brieven van een gemobiliseerde". Het gebied was in die jaren wel
zeer rijk aan bijzondere soorten, wat wees op een grote ouderdom.
Voor een groot deel zijn deze nog aanwezig omdat het zoute water
bij de inundatie de hoger gelegen bossen niet bereikt heeft.
BIJ de Waterleiding groeit de Gaspeldoorn
(Ulex europaeus), een in ons land vrij
zeldzame, winterbloeiende bremsoort,
die zeer veel voorkomt in West-Frankrijk,
Portugal en de Britse eilanden. In ons land
komt deze wild voor in het Utrechtse, de Ve-
luwe en Brabant en in België bij Oostende.
Mogelijk zijn ze hier geplant, maar dan heb
ben ze zich sinds 1916 goed gehandhaafd,
wat wijst op een mild, atlantisch klimaat op
Walcheren.
Vanaf de uitspanning „De Oranjezon" gaan
133