No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
„Welkom vreemdeling" bij de Oranjezon. Duinen en strand achter de Manteling.
Foto C. Sipkes. Foto C. Sipkes.
max. 18 meter, op Walcheren op sommige
plekken wel bijna drie maal zo hoog. Dit geeft
prachtige vergezichten en beschutting tegen de
zeewind.
Daar staat weer tegenover dat op Voorne
het zoutgehalte van het zeewater, en dien
tengevolge ook van de wind veel lager is, zo
dat de bomen er veel minder de windvorm
hebben, die we overal op Walcheren aan
treffen. In de mij ten dienste staande litera
tuur kan ik hierover geen cijfers vinden,
maar ieder die komt zwemmen op Voorne
kan het merken en proeven. Het is ook goed
te verklaren uit het kwantum zoet water,
dat met de rivieren in zee komt en dat lichter
is dan zeewater en dus een neiging heeft aan
de oppervlakte te blijven. De „waaibomen-
vorm" op Walcheren zien we reeds langs de
dijken bij Oranjezon waar de populieren een
kroon hebben, die naar het zuid-oosten gericht
is. Dit klopt niet met de richting van de over
Dode eiken, met herstel in de Manteling.
Foto C. Sipkes.
heersende wind, wel met de richting van de
overheersende zeewind, die het meeste zout
aanvoert en dus het meest schade doet aan
de planten.
Meent U lezer, dat de hoeveelheid zout,
door de zeewind in ons land gebracht, van
weinig betekenis is? Wijlen prof. Dubois be
rekende dat dit per jaar 6 miljoen kilogram
is (Faber: „Geologie van Nederland", blz. 33)
en van het kwaad van zout weet de tuinbouw
mee te praten. Het is een echt vergif voor
planten en sterk hygroscopisch, zodat de zilte
wind vocht onttrekt aan de bladeren en de
takken doet afsterven en ze tot invalspoorten
maakt van ziekten. Na stormen is het zout
merkbaar op voorwerpen en het is tot in
Boskoop waargenomen. Op 18 mei 1956 is er
een dergelijke storm uit het noord-westen ge
komen, die nog jaren te zien was aan de
bomen.
Zijn de bossen op Voorne tamelijk jong,
Dode eiken, vrijwel zonder herstel.
Foto C. Sipkes.
135