ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 van de wedergeboorte der wiskunde, over heerst het lineaal daarentegen de stedebouw. Exclusief voor Noord-Beveland is nochtans deze opzet natuurlijk niet. Men vindt haar evengoed in late dorpen als Borssele, Sint Philipsland en Schoondijke. Het landschap en de mens zijn daar echter met andere eigen schappen gedoseerd. Hetzelfde geldt voor de verkaveling. In tegenstelling tot de oudere polders die voor de rampen van 1530 en 1532, dus nog in de middeleeuwen zijn ingepolderd, zijn de kavels rechthoekig. Men vergelijke op de topogra fische kaart in dit opzicht eens de verkaveling van het oude Walcheren, de Poel ten zuiden van Goes en de polders ten noorden van Hulst, die het grillige handschrift van moeder natuur openbaren. De meetkundige perceels indeling van de nieuwe polders daarentegen bewijzen dat het koele verstand van de re naissance zijn dictaat aan diezelfde natuur op drong. Wel is de eigendom sedert drie eeuwen versnipperd, maar de rationele indeling is ge bleven. Er is slechts behoefte aan een admini stratieve ruilverkaveling. Ook hier is Noord- Beveland weer niet exclusief: in West Zeeuwsch-Vlaanderen en op Sint Philipsland is het niet anders. Er zijn nog andere waarneembare verschijn selen als gevolg van de watersnoden van ruim vier eeuwen geleden: de familienamen en het dialect. De oude bevolking was van hof en erf verdreven. Degenen die na 70 jaren het land opnieuw in bezit namen, nadat twee ge neraties waren gepasseerd, hadden waarschijn lijk nauwelijks meer verwantschap met de autochthonen. De nieuwe bewoners waren meestal van Schouwen-Duiveland en Tholen afkomstig. De oudste familienamen wijzen daar op: Bouterse, Hogerheide, de Looff, de Regt en Tazelaar bijvoorbeeld. Het is niet waarschijnlijk dat de dunbevolkte noordelijke eilanden de benodigde bevolking voor de occu patie van de in snel tempo herwonnen polders konden leveren. De meeste namen herinneren dan ook meer aan de eilandengroep in Mid den-Zeeland: Filius, Flipse, de Kam, Leendert- se, van der Maas, Yerburg, van der Weele, Wisse en andere. Het dialect is moeilijker te onderscheiden omdat het vooral weer een kwestie is van doseringen van regionale tongvallen. De „age bamen" doen lichtelijk aan de noor delijke eilanden denken. De open a-klank wordt er zoals op de meeste Zeeuwse eilanden vervormd tot een lange è-klank met uitzonde ring van Zuid-Beveland waar zij de gerekte i-klank (i van pit) krijgt. Anders dan op Wal cheren wordt er op de overige Zeeuwse eilan den „of" in de plaats van „af" gezegd. Of schoon ook de Noordbevelander zijn afkomst verraadt in zijn spreektaal, is er toch ook hier geen sprake van een wezenlijke exclusiviteit. Andere menselijke eigenschappen. MET de familienamen en het dialect zijn twee kenmerken van de Noordbeve- landse mens aan de orde gesteld. De verbeterde communicatiemiddelen trans port en voorlichting zijn er de oorzaak van dat deze meer en meer vervagen. Men trouwt gemakkelijker met „vreemden" en praat het algemeen beschaafd Nederlands van radio en televisie na. Eerder al is dit het lotgeval van de klederdracht geweest. Is het niet typerend dat de mannendracht van Noord-Beveland met die van Cadzand het eerst en wel aan het begin van deze eeuw uitstierf? Wat de vrouwendracht betreft herinneren evenals op Schouwen en Tholen nog slechts de (lange kanten) mutsen aan het verleden. Men zou het voor een geïsoleerd eiland niet ver wachten. Waarschijnlijk ligt de oorzaak in de beweeglijkheid van de boeren die ook door de grote welstand sedert lang veelvuldige con tacten met de „buitenwereld" hebben onder houden. Het begrip isolement mag dus niet te letterlijk in geografische zin worden uitge legd; dan zou Walcheren er gunstig afkomen, terwijl daar juist het geestelijke isolement al tijd groter is geweest. Dat de afzondering meer een ongemak was dan een geestesgesteldheid bewijzen ook de cijfers over het verkeer. Het aantal personen- 140

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 24