ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 5
eind augustus tot onlusten gekomen. Ook hier
was er misbruik gemaakt van de sociale el
lende om politieke en persoonlijke grieven te
wreken.
Zeeuwsch-Vlaanderen grensde aan Oost- en
West-V laander en en het is vanzelfsprekend
dat de gebeurtenissen in Gent, Brugge en zo
vele andere plaatsen zo vlak bij gelegen, hier
een grote weerslag hadden. Het oproer in
Brugge eind augustus ging snel voorbij.
De opgerichte Burgerwacht, de geestelijkheid,
alles werkte samen om de orde te herstellen.
Vrijwillige bijdragen van de burgers dienden
om een fonds te stichten om de industrie aan
de gang te houden. Inmiddels richtte het
stadsbestuur een verzoek tot de koning om
steun. In Gent had de gouverneur hier ook
al om gevraagd en ruime bijdragen werden
toegezegd. In deze stad, evenals in St. Niklaas
en Antwerpen, werd gepetitioneerd tegen de
scheiding van noord en zuid, wat daarentegen
in Brussel, nog wel met instemming van
's konings zoon, de Prins van Oranje, werd
gepropageerd en wat in de Waalse steden
ruime steun verwierf. Van meet af aan heerste
in Wallonië naast een sociaal oproer een vol
ledige politieke revolutie.
TOEN nu de koning op verzoek van de
inwoners van Brussel en vele zuidelijke
Kamerleden een eind wilde maken aan
het politiek gestook in Brussel en Prins Frede-
rik 17 september bevel gaf de stad met het
leger te bezetten, zag het er naar uit dat 's ko
nings gezag spoedig in heel het zuiden weer
hersteld zou zijn. De Brusselse leiders kozen
het hazepad naar Frankrijk. Rogier, Van de
Weyer c.s. waren gevlucht en lieten Brussel
over aan de arbeiders, die de Burger
wacht ontwapenden en hulp kregen uit de
Borinage. Het leger kon Brussel niet bezetten.
Prins Frederik verzuimde de stad te omsinge
len en rustig het einde af te wachten. „Het
grauw" overwon het leger en nu keerden de
„heren" terug, wierpen zich op als nieuwe
regering en proclameerden de onafhankelijk
heid van „België".
In Frankrijk, in Wallonië vormden zich nu
vrijwilligers-korpsen. Zij gingen de „Ollan-
ders" verjagen en bovendien het gezag van
Brussel vestigen in de Vlaamse streken. Dit
kon omdat het leger overal terugtrok of
waar het bestond uit Zuid-Nederlanders
verliep. Ook in het Vlaamse land sloten avon
turiers zich natuurlijk aan bij deze benden.
Brussel en andere gemeenten moedigden het
dienstnemen in deze korpsen en het nieuwe
Belgische leger aan, om zo de werklozen en
de onruststokers kwijt te raken. Ook in
Vlaanderen kwamen soms sociale oproeren
voor. Er heerste onrust. Maar we kunnen ge
rust zeggen dat Brussel de Vlaamse streken
moest veroveren. Dat het dit kon, kwam door
dat het Nederlandse gezag zich terugtrok en
de openbare mening in het noorden, inzonder
heid in Holland, Vlaanderen afstootte.
Wat ons nu gaat bezighouden zijn de vragen
hoe Zeeuwsch-Vlaanderen reageerde op die
onrust zo vlak bij de grenzen; op die aanval
len en veroveringstochten van Brussel; hoe
ver de aspiraties van Brussel reikten en wat
Den Haag wilde verdedigen en beschouwen
als Nederlands gebied.
NA de eerste relletjes in Brussel en Brugge
emde augustus was de gouver
neur van Zeeland, Van Vredenburch,
niet helemaal gerust over Zeeuwsch-Vlaande
ren, het 4de en 5de district van zijn provincie,
zo schreef hij 30 augustus naar de minister
van Binnenlandse Zaken in Den Haag. Uit
het 5de district Hulst had de gouverneur van
de districtscommissaris, tevens burgemeester
van Hulst, Von Raden, 29 augustus bericht
gekregen dat daar het gebeuren te Brussel
„met verontwaardiging was gehoord en met
afkeur werd besproken". De bisschop van
Gent, mgr. Van de Velde, was er juist op
vormreis en spoorde aan tot rust en kalmte.
Alles geschiedde, aldus Von Raden in zijn
rapport van de 28ste, in „de beste orde en
volmaaktste eensgezindheid".
Maar uit Sluis had de districtscommissaris
118