No. 5 ZEEUWS TIJDSCHRIFT krachtige en preciese instructies. Nu zal hij tenminste, al zal het wel wat laat zijn, ze kunnen geven aan de gouverneur van Zeeland. Die eerste dagen van oktober was er nog geen direct gevaar voor Zeeuwsch-Vlaande- ren. Zo schreef 4 oktober de districtscommis saris van Hulst dat in vele plaatsen van Oost- Vlaanderen wel de Brabantse vlag was uit gestoken, maar in zijn district was nog nergens onrust of wanorde. Twee dagen later herhaal de hij dat, maar vroeg nu tevens instructies wat te doen als die vlag in de grensplaatsen zou worden uitgestoken. De grens, dat is dus de oude staatsgrens, liep door sommige dor pen. Hij bezat geen voldoende macht om een uitsteken aldaar te beletten en hij vroeg zich dus af wat hij doen moest. De 8ste oktober antwoordde de gouverneur hem de betrekkin gen met die plaatsen te blijven onderhouden. Ook in het westen kwam de onrust in West- Vlaanderen dichterbij. Op 4 oktober schreven de burgemeester en wethouders van Sluis dat alles nog rustig was omdat de Burgerwacht, die op 29 augustus was opgericht, alle wan orde had voorkomen en ook de maréchaussee deed er uitstekende dienst. Maar de kwalijk- gezinden werden nu stouter en ze zouden ook wel de Brabantse vlag willen uitsteken. „De geest, voornamelijk onder de R.C. is niet vreedzaam gestemd, maar onrustig". Ook de districtscommissaris, Hennequin, is die mening toegedaan en hij schrijft zelfs: „de geest der hervormden laat niets te wensen over, dan die der catholijken is in het algemeen slegt". Vol gens hem waren het de katholieken die de vlag zouden willen uitsteken. Hij is zelfs van mening dat als er plunderaars en muiters moesten komen ook de burgemeester is bevreesd voor aanvallen vanuit Brugge dat zij zullen gesteund worden door inwoners van Sluis. Maar enkele dagen later, de 7de, kon de burgemeester nog schrijven dat alles vol komen rustig was. Diezelfde vrees voor invallen van plunde raars zien we in IJzendijke. In Watervliet, zo schreef de burgemeester, was de Brabantse vlag uitgestoken. In IJzendijke zou men dat wel niet proberen, maar als „uit Vlaanderen eenigen hiertoe mogten op doen, vrees ik dat deze bijval zouden vinden", aldus het rapport van de burgemeester van 4 oktober. In Oostburg was volgens het rapport van Hennequin van 4 oktober enige beroering ont staan omdat er geruchten liepen dat bij een scheiding Zeeuwsch-Vlaanderen bij het zuiden zou worden gevoegd zoals burgemeester Cal- lenfels hem de 2de al geschreven had. Volgens de districtscommissaris heerste die vrees „bij alle ingezetenen van dit district die den Her vormden godsdienst belijden". "We zullen die hervormden dan ook binnen enkele dagen tot actie zien overgaan en Hennequin zou tever geefs proberen die tegenstellingen op gods dienstig gebied niet uit te diepen. Ook voor Eede vreesde de districtscommis saris. Dit plaatsje, op de grens gelegen, had een bijna volledig katholieke bevolking van 1200 zielen. Volgens Hennequin in zijn rap port van 7 oktober verlangde „het grootste en beste deel der bevolking" niet naar ver andering. Maar voor „het kleinste en slechtste gedeelte" was het voorbeeld van de in Vlaan deren gelegen gemeenten Maldegem en Mid delburg „besmettend". Dat er voor Zeeuwsch- Vlaanderen nog geen rampen waren gebeurd, was volgens Hennequin alleen te danken aan de voormalige districtscommissaris van Eec- loo, Baron van Pecsteen, die door zijn invloed belet had dat de inwoners van bovengenoemde plaatsen tot daden waren overgegaan. Anders was „door vreemd geweld de revolutie geves tigd in Aardenburg, St. Kruis en Eede". We kunnen deze getuigenis wel begrijpen, wanneer we onderscheid maken tussen de po litieke onrust en de sociale crisis die overal heerste. Die sociale crisis drong ook door in Zeeuwsch-Vlaanderen. In Brugge en Gent was die crisis veel erger door de daar gevestigde industrie. Maar veel van de mensen uit die plaatsen en omliggende streken waren in de zuidelijke plaatsen van Zeeuwsch-Vlaanderen komen wonen. Zij waren katholiek en niet de meest bemiddelden. Zo werd door de protes tanten alles door elkaar gehaald en viel heel 125

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 9