Zeeuws Tijdschrift De landkaart 149 N U M M E R 6 10e JAARGANG I960 Hier staat het met zijn meermaal duizend namen, Zeeland, en het is een kartelland van schorren om een grote tuin met braam en distel aan de westerrand, dijken allerzijds om de bewaaide wegen, korens in de schoot en het hemellicht daartegen. Er staan de wolken over 't vroon, gedreven bloemgelijk langs 't groenen van de zee, die worstlend slaat of ligt verstild in reven en met het land in vree; wolken die een tegenwicht opbouwen over 't eindloos vlak der rustige landouwen. Meridianen wijzen mij de dagen die ik hier in het tintellicht vergat; nachten, die met strijkend vuur doorvlagen torenlichten over zee en wad; dagen mist, wanneer de scheepshoorns loeien en met de vormen in het niet vervloeien. Mij vat een stilte, eender als de vrede, een roerloos riet, dat in het water staart. Ik draag Uw vele namen in mij mede en zie maar op een kaart: Gij hebt de macht over mijn hart genomen, ik overzie U, Zeeland, in de stromen!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 1