ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 6
des Konings zijn mishandeld, en hun
leven is bedreigd geworden. Dezelve heb
ben niet geaarzeld hunne betrekkingen
weder te aanvaarden, maar indien zij aan
mishandelingen bloot gesteld blijven, en
de ingezetenen niet tegen geweldadighe-
den beschermd kunnen worden, is het
ook van hen en de ingezetenen niet te
vergen dat zij bij voortduring zich aan
al de gevaren hunner posten bloot stellen,
en ik vleije mij dat Z.M. dit inziende,
dan ook wel de noodige bevelen zal ge
lieven te geeven, dat er eenige maat
regelen voor de defensie van het meer
gemeld district worden daargesteld.
Toen dit rapport van de gouverneur in Den
Haag aankwam kon de regering rustig de no
dige maatregelen gaan overwegen, want de
21ste november was er een wapenstilstand ge
sloten, die ten slotte tot augustus van het vol
gende jaar de tiendaagse veldtocht zou
duren.
Een begin was nochtans gemaakt, toen ko
lonel Des Tombes, die een tijdlang in de
vesting Gent het bevel had gevoerd, 7 novem
ber belast werd met de verdediging van Zee
land en zo van Staats-Vlaanderen. Pas 19 no
vember kwam de nieuwe generaal in Middel
burg aan en aanstonds had de gouverneur met
hem een onderhoud. Het ging over het plan
de Schutterijen van de steden te gebruiken
voor de verdediging van de provincie. Welis
waar was de gouverneur hiervoor de 16de
oktober nog niet te vinden, zoals hij toen
aan Den Haag schreef, maar de 26ste al had
hij aan minister Van Doorn de toestemming
hiertoe gevraagd en de 7de november had hij
opnieuw aangedrongen en er bijgevoegd dat
de schutters zelf bereid waren om buiten hun
steden dienst te doen. Intussen waren in fort
„Bath" op Zuid-Beveland veel soldaten toe
gekomen en de gouverneur hoopte na over
leg met Des Tombes over deze troepen te
kunnen beschikken om het 5de district in
Zeeuwsch-Vlaanderen te bezetten.
Van Doorn kon er niet goed wijs uit en
daarom vroeg hij de 22ste november nadere
inlichtingen. Zodoende schreef de gouverneur
hem nog eens de 2de december en voerde aan
dat het voor de militaire kwaliteit van de
schutters beter was ze elders dienst te laten
doen. Bovendien deed de Schutterij van Mid
delburg al dienst in Goes en op Schouwen-
Duiveland.
Het was de bedoeling de Schutterijen te ge
bruiken in de vestingen en de troepen die zo
vrij kwamen naar het 5de district te zenden.
Juist voor de komst van Des Tombes had de
gouverneur dit naar Den Haag geschreven en
de generaal moet hier wel iets in gezien heb
ben, want 20 november vroeg de gouverneur
de nodige uitrustingsstukken.
9r
INTUSSEN bleef Von Raden in Terneuzen.
Uit Hulst hadden „de welgezinde inwo
ners" hem gevraagd niet te komen dan
met voldoende troepen omdat „het gepeupel
door woelzieke geestelijken opgewonden tot
alles in staat zoude zijn", zo schrijft hij de
19de november aan de gouverneur. De vol
gende dag herhaalde hij deze beweringen en
voegde er aan toe dat door de opruiing van
die woelzieke geestelijken de geest van dag tot
dag slechter werd. De 21ste was het volgens
Von Raden weer rustig geworden. De gouver
neur schreef dat ook allemaal naar Den Haag
in zijn rapporten van 20 en 22 november en
in zijn laatste verslag merkte hij op dat de
publieke geest in Hulst slecht was tengevolge
van de:
opruijing der geestelijken die zoo het
schijnt de terugkeer der wettige orde niet
verlangende, sedert de komst van de Di
strictscommissaris, het gemeen opwinden
om zich daartegen te verzetten.
Dit alles is wel fel overdreven. In ieder ge
val was Von Raden geen moedig man en de
gouverneur keurde zijn aarzelingen goed. Van
Vredenburch vond het wel spijtig dat de di
strictscommissaris zijn post niet kon bezetten,
omdat langs de Belgische kant van de grens
reeds een douanelinie was ingevoerd langs de
174