Katseveer - Het geluk ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 Voor Hanny Busman Ik ging van Goes naar Katseveer het einde van de wereld tegen, een nevel was op 't land gestegen de zon wierp parels neer. Een recht kanaal schiet door het land; zijn glooiing, puurder dan smaragden scheen naar de einder te verzachten tot niets dan teerheid meer. Zwart strekt het land te allen kant; wat verre bomen, kaal en winters braken het zonnelicht tot splinters, de takken dragen kant. Tot niets verstild slechts trok het tij doet zich de zee bij 't veerhuis open, het water is de kust ontlopen de slikken liggen vrij naar overal. Een vogel nog loopt enkel spiegelend door de plassen, ik hoor onhoorbaar 't water wassen, en voel mij vrij van elk bedrog in het geluk dat zich hier geeft en nimmer in mij is gebroken of door ontgooch'ling werd gewroken aan mij, die 't heb beleefd. 150

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 2