No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT menselijke natuur, hebben een floers getrokken over het begrip „homo ludens" en de spelende mens in staat van beschuldiging gesteld. Het is nog maar enkele jaren geleden, dat enkele bestuursleden van een provinciale coöperatieve fabriek zich verzetten tegen het opvoeren van een herdenkingsrevue! In ons spraakgebruik komt de averechtse opvatting van het spel meermalen tot uiting. In de „Reinaert" luidt vs. 1882: „Nu gaet Reinaert al uten spele", d.w.z. nu wordt het voor Reinaert ernst. En een luchthartig kind vermanen we met de woorden: „Het leven is geen spel" of: „Jij maakt overal een spelletje van". Toch zijn er ook uitdrukkingen in de taal die onze opvatting benaderen. We spreken van: het spel der verbeelding; hij bespeelt in dat boek de menselijke hartstochten. En Von del vergeleek het leven met een schouwtoneel, waarin ieder zijn rol speelt. Het levensspel is een ernstige zaak, zoals een spelend kind één brokje geconcentreerde ernst is. We lezen een artikel en we spelen met woorden en zinnen, die we jongleren tot ge dachten. In een steekspel van gedachten ontstaat kri tiek; een schilder speelt met contouren, vlak ken, kleuren; een schrijver speelt een wonder lijk spel met woorden, klanken en perioden; een gevecht letterlijk en figuurlijk is een uitspelen van tegen elkaar gekeerde kracht. Zo is de „homo sapiens" ook een „homo ludens". We houden van mensen met een speelse geest. Ze hebben iets van de ridder, die be hendigheid paart aan kracht en elegantie. Ze bezitten iets van de gazelle-achtige sierlijkheid waarmee het donkere meisje Wilma Rudolff naar het goud liep in de arena van de Olym pische Spelen te Rome. Elimineer de „homo ludens" in de mens en ge reduceert hem tot een afzichtelijke pop, een mechanisch denkwezen, een robot. Alle mo derne vorsers zijn het er over eens, dat het spel in oorsprong een religieuze gemeenschapsbe leving is. Zang, spel en dans betekenen oor spronkelijk een eer betuigen aan de goden, een gunsten vragen in een magische vorm geving, waardoor men komt tot een naboot sing van het plan, dat men aanbidt. Sioux-indianen in Noord-Amerika voeren een heilige dans uit, voordat ze op jacht gaan om de buffels te bewegen zich gemakkelijk te laten vangen. Dezelfde magie: het pogen om door bezwe ringen macht te krijgen op de omgeving, de vruchtbaarheidsriten voor mens en dier, deden duizenden eeuwen voor Christus in het pa- leontische tijdperk de indrukwekkend schone grottekeningen ontstaan, die ons soms glim lachen doen over moderne termen als sur realisme, cubisme en wat dies meer zij. Bij de primitieve mens is er nog geen schei ding tussen religie en spel. Pas langzaam is deze scheiding ontstaan. Zo waren alle kun stenaars in deze eerste periode amateurs, die hun eerstgeboorterecht eerst later verkochten voor een bord linzensoep. Wat wij gemeenlijk onder spel verstaan is een gedraging in een bepaalde sfeer, die op gezocht wordt om haar zelfs wil dus niet in dienst van iets wat daar buiten, dus verder verwijderd ligt. De spelende mens nadert juist in en door zijn spel de volmaakte integratie en ongebrokenheid van het vol-vitale leven. Ook de beoefening van echte wetenschap om haars zelfs wil en niet uit utilistische overwegingen, toont in haar verschijningsvor men het spelkarakter. Aldus prof. Kohnstamm in: „Persoonlijkheid in wording". Het is juist deze sfeer van vrijheid die es sentieel is voor het spel en die Schiller in zijn: „Briefe über die asthetische Erziehung des Menschen" het spel doet zien als de hoogste, de edelste uiting van de mens. Het zelf beleven van de spelsfeer zo zuiver en artistiek mogelijk, het zelf musiceren, zin gen, dansen, tekenen, voordragen, toneelspe len, betekent tegelijkertijd de doelomschrijving van wat wij voor dit artikel onder muzische vorming willen verstaan. 185

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 37