Zeeuwse kroniek ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 M. P. de Bruin SCHEEPSJOURNALEN kunnen interessante ge gevens leveren, niet alleen over het leven aan boord maar ook over de havens en landen waar de schepen kwamen. In de pas verschenen „Cata logus der Bibliotheek van het Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum" is het goed bladeren. De twee lijvige delen bevatten illustraties die het bekijken zeker waard zijn. Onder de beschrijving van de journalen van oorlogs- en koopvaardijschepen vinden we er ver schillende van schepen uit Zeeland. Wij noteren alleen maar de „journalen gehouden door L. Woutersen, schipper aan boord van het fregatschip „Zeeuw", op verschillende reizen naar Oost-Indië en China in de jaren 1816 tot 1821". Elders vinden we van dezelfde kapitein nog „handelboeken", waarin hij verantwoor ding van de lading doet, alsmede gegevens over de prijzen heeft vermeld. Zij bevatten ook allerlei bijzon derheden over plaatselijke handelsgebruiken. Dr. M. G. de Boer heeft in „The Lloyd Mail" van januari 1938 en in zijn „Honderd Jaar Nederlandsche Scheepvaart" (1939) veel over de reizen van kapitein Woutersen meegedeeld. Het doel der reizen was het halen van een lading thee. In de tijd van de Oost-Indische Compagnie was de theehandel zeer profijtelijk geweest. Ook Middel burg had hiervan voordeel getrokken. De Franse tijd had de stad zulke zware slagen toegebracht, dat de bevolking die in 1795 nog ruim 20.000 had bedragen, na het herstel der onafhankelijkheid tot 13.000 terug was gelopen. Het koopvaardijfregat „De Zeeuw" van de rederij Van den Broecke, Luteyn en Schouten te Middelburg. Aquarel door J. H. Reygers in het Ned. Hist. Scheepvaartmuseum te Amsterdam 190

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1960 | | pagina 42