No. 6
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
toe te zenden. Grégoire had een 70 man onder
zich, maar niettemin dacht hij te slagen in zijn
voornemen. Bovendien hoopte hij dan in Sas
van Gent 40 man van Bauwens te begroeten.
Grégoire lukte er wonderwel in zijn plan
uit te voeren, want van Watervliet trok hij
met Bauwens en Van de Moortele als onder
bevelhebbers diezelfde 17de oktober om 10
uur 's morgens IJzendijke binnen. De burge
meester van die plaats, J. Brevet, ging die
troepen tegemoet en de heer Kriel die nog
maar pas naar Brussel was geweest, verwel
komde Grégoire en zijn mannen. Er werd ge-
eist de Brabantse vlag uit te steken en tevens
moesten de burgemeester en zijn raad een
schriftelijke verklaring afleggen waarin zij
aansluiting vroegen bij de Belgische provin
ciën"De burgemeester bood geen weerstand
en ging hiertoe over evenals wethouder Van
't Groenewout, maar deze vertrok daarna
naar Vlissingen. De bevolking bleef stil en liet
noch tekenen van goed- noch van afkeuring
blijken.
Voor de middag werden de troepen bij de
bevolking ingekwartierd, maar sommige trok
ken naar Biervliet en persten daar geld af
bij de boeren. In IJzendijke werden nog
enkele paarden opgeëist, benevens wapens van
de Schutterij. De rijksontvanger was echter
zeer tot teleurstelling van Bauwens, die
het geld in beslag wilde nemen met de kas
verdwenen. Er werd niets vernield en de com
mandant verzekerde de inwoners dat men
daarvoor ook niet bevreesd moest zijn.
Vanuit IJzendijke werd een bevel, door
secretaris Bekaar geschreven en door Grégoire
ondertekend en wat de burgemeester moest
legaliseren, gezonden naar de burgemeester
van Waterlandkerkje om deze te bevelen ook
daar de Brabantse vlag uit te steken. De bur
gemeester ontmoette die dag nog de districts
commissaris, die hem de raad gaf die Belgische
vlag maar uit te steken. Inderdaad schafte de
burgemeester de nodige stoffen aan, maar toen
Grégoire diezelfde dag nog uit IJzendijke
vertrok werd die vlag niet uitgestoken.
Zoals we reeds hebben aangegeven bij onze
beschouwing over de tegenstelling katholiek
protestant, was de ontvangst in IJzendijke
koel, geen vreugdekreet liet zich horen. Maar
dat belette Grégoire niet, te beloven dat hij,
nu hij voornemens was naar Sas van Gent te
gaan, straks terug zou keren met grotere troe
penmacht om dan Sluis, Aardenburg en de
andere steden in bezit te nemen, omdat van
daar uit het Voorlopig Bewind verzocht was,
die streken te annexeren.
NAAR aanleiding van deze inval klaagde
de gouverneur opnieuw zijn nood bij
de Minister van binnenlandse zaken.
Het is treurig, zo betoogde hij in zijn rapport
van 18 oktober, dat zo'n slecht bewapende en
georganiseerde bende het land kan terrorise
ren. Er is niet de minste militaire macht om
de bewoners te helpen, waardoor deze na
gelaten hebben zich te verzetten. Alle tegen
weer is ook tevergeefs en noodlottig, want de
streek ligt open en bloot voor elke inval. Er
is een gemengde bevolking weer de tegen
stelling katholiek-protestant en er is niet
het minste vooruitzicht, dat er militairen ko
men. Afweer en verzet kan zodoende alleen
maar leiden tot plundering, moord en dood
slag.
Daarom schreef de gouverneur de districts
commissarissen aan, omdat de gemeentebestu
ren om instructies hadden gevraagd, wat ze
in soortgelijke gevallen doen moesten. De
gouverneur, die zelf geen positieve richtlijnen
bezat, had daarom de volgende gedragslijn
voorgeschreven.
Als de oproervlag wordt uitgestoken en de
wettige autoriteiten gehandhaafd blijven en
deze kunnen met het wettige gezag in contact
blijven, dan moeten zij hun post blijven be
zetten en regelmaig hun verslagen opsturen.
Pas door het uiterste geweld gedwongen, mo
gen zij een adhaesieverklaring ondertekenen,
waarbij, zoals in IJzendijke is geschied, Brus
sel erkend wordt en aansluiting wordt ge
vraagd bij het zuiden. Zou er een ander be
stuur worden aangesteld of het bestaande
neiging vertonen het wettig gezag niet meer te
153