No. 1
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Dit centripetale regionalisme is, meen ik,
niet alleen voor de cultuur maar ook voor de
democratie een levensnoodzaak. In de West-
europese verhoudingen kan men zich trouwens
zonder democratie geen vitale, zichzelf voort
durend vernieuwende cultuur voorstellen. In
dustrialisatie, urbanisatie, sociale en religieuze
emancipatie hebben in combinatie met de ont
wikkeling van het onderwijs en de moderne
communicatiemiddelen verkeersmiddelen
en massamedia als pers, film, radio en televisie
onvermijdelijk een zekere nivellering in de
hand gewerkt. Evenals allerlei andere levens
gebieden is de politiek, ook in een democra
tische staat, steeds meer een zaak van specia
listen geworden.
De invoering van de evenredige vertegen
woordiging, uit motieven van rechtvaardig
heid, heeft mede ten gevolge gehad een ver
mindering van het contact tussen kiezers en
gekozenen. Men behoeft niet zonder voor
behoud de wederinvoering van het districten
stelsel voor te staan, om te erkennen dat een
gezonde democratie wordt gevoed uit de
kleine overzichtelijke kern. Daar immers
kan die democratie nog beleefd en onmiddel
lijk „herkend" worden. Deze gedachtengang
wordt niet alleen door, nationaal gezien,
perifere problemen zoals de Lauwerszee-
kwestie en de toekomst van de Zeeuwse
mosselcultuur geïllustreerd. In dit verband
mag evengoed worden gewezen op de Amster
damse tunnelplannen, het Rozenburgse IJ-
mondproject, de rivaliteit tussen hoofdstad en
Maasstad, de moeilijkheden rond de Utrechtse
jaarbeurs (en de rivaliteit tussen jaarbeurs en
RAI), de discussie rond de plannen om een
deel van de centrale overheidsdiensten naar
het oosten des lands te verplaatsen of, om
ons te bepalen tot de culturele sector: de to
neel- en muziekspreiding; het streven naar
spreiding van het hoger onderwijs enz.
NA deze inleiding wil ik mij, in wat volgt,
bepalen tot het centripetale regiona
lisme. In hoeverre kunnen radio en
televisie mede dienstbaar worden gemaakt aan
dit m.i. onmisbare en gelukkig onmisken
bare verschijnselen? Als punt van uitgang
wil ik een citaat nemen uit een beschouwing
in het wekelijks bijvoegsel van „De Nieuwe
Rotterdamse Courant" van 26 november 1960,
die de redactie van het „Zeeuws Tijdschrift"
heeft geïnspireerd, mij een bijdrage over dit
onderwerp te vragen:
„De Duitse televisie, en dit is het onmisken
bare voordeel van haar regionale organisatie
vorm, brengt dagelijks regionale actualiteits
uitzendingen. Bij herhaling hebben wij erop
gewezen, dat de vaderlandse televisieprogram
ma's te eenzijdig „Hollands" en dan nog
Hollands „provinciaal" zijn georiënteerd,
voor zover er al van een bewuste oriëntering
sprake is."
„Regionale televisie (en regionale radio) zien
wij als een nationaal en op de duur toch ook
als een Europees belang. Ondanks de door
sociale wetten en wat dies meer zij geaccen
tueerde nationale eenwording immers, zijn de
meeste mensen geneigd het eigene, het herken
bare uit de onmiddellijke omgeving, als norm
te hanteren. In de regiones kunnen doeleinden
en controverses nog reële betekenis hebben;
zal er plaats zijn naast cultuurconsumptie voor
actieve cultuurbeleving, voor actief politiseren
ook."
.„Vele televisiekijkers in het westen des
lands zullen het als een tekortkoming ervaren,
dat zij slechts zo zelden een kijkje mogen
nemen in de mijnstreek, in de Achterhoek, in
de Drentse en Groningse ontwikkelingsgebie
den. Aan de andere kant moet worden gecon
stateerd, dat ook allerlei problemen die voor
het westen belangrijk en actueel zijn niet of
nauwelijks aandacht krijgen
„Tijdens de onlangs op Oud-Poelgeest ge
houden televisiestudiedagen heeft de Groningse
socioloog dr. K. van Dijk o.m. gewezen op
de belangrijke taak van de televisie ten aan
zien van de „vorming tot staatsburgerschap".
Er zijn allerlei mogelijkheden, gedramatiseerde
documentaires bijvoorbeeld, om het publiek
een indruk te geven van de structuur van de
democratische staat en zijn organen. Ook hier
13