Zeeuwse toekomstmijmeringen No. 1 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Dr. ir. F. Q. den Hollander ZEELAND land in zee door de eeuwen heen worstelend met het woelige water, aanvankelijk verliezend, zal ten slotte winnen, dank zij groot vernuft en krachtig doortasten. De zware, vruchtbare gronden, onder een goed klimaat deden landbouw en fruit teelt opbloeien. De Zeeuwse wateren maakten Zeeland door visserij en oester- en mosselcultuur wijd en zijd bekend. En nu terugblikkend op onze provincie, de ogen glijdend over de oude en nieu were kaarten de middeleeuwen, de negentiende eeuw met de opkomst van de stoom-voortstuwing spoorwegen, stoomvaartlijnen speuren we in gedachten langs de toekomstige nog denkbeeldige ontwikkelingskromme. Mechanisering, automobilisering méér doen met minder en tegelijkertijd be volkingsaanwas gepaard aan toenemende nationale welvaart, het zijn alle ele menten, die problemen scheppen. Problemen echter om voordeel van te trekken. "Want naast behoeften zijn er ook mogelijkheden. En die mogelijkheden biedt Zeeland, want de zee is merkwaardig genoeg vijand en vriend tegelijk. De vijand wordt bedwongen het Deltaplan - en de vriend wordt binnenge haald, in havens en kanalen, langs goede, diepe vaargeulen. Dit zijn de mogelijkheden welke Zeeland heeft. Geen voorpost, maar hoofdpost van waar het achterland wordt bereikt, zal het in de toekomst zijn. Schepen worden kostbaarder, ze worden groter, en daarom moeten ze varen, geen tijd verliezen. En dan brengen we de havens naar de zee en niet zoals voor heen de zee naar de havens. In wezen betekent dit, dat de Zeeuwse kusten, die goed met het achterland verbonden zijn, unieke kansen bieden. Vlissingen met Sloehaven, Terneuzen met kanaalvergroting, door spoorwegen en kanalen aangesloten op de grote verkeersaders, moeten deze kansen grijpen. En hoeveel méér biedt het water nog bovendien! Zeeuwen, en eigenlijk wel alle Nederlanders zijn waterrotten. Ze zwemmen en zeilen, ze ontspannen zich op het water, hun boot is hun buitenhuis. Grote wateroppervlakten, waar inderdaad ruimte is voor ons zo dicht bevolkte land, komen straks voor recreatie en sport beschikbaar, zijn het in wezen alreeds. Wanneer we naar het Zeeland van morgen staren drie eilanden aaneengeregen en verder in de toekomst, in 1980, met het voltooide Deltaplan, ons het Zeeland van dan voor ogen stellen drukke zeehavens, industrie, landbouw, fruitteelt, vis serij en mogelijk toch oester- en mosselcultuur, toerisme en recreatie, alles in harmonie en goed gespreid dan kunnen we ons voorstellen dat we veel van het oude kunnen handhaven en tegelijkertijd het nieuwe winnen. En dan blijven we die oude vertrouwde gemeenplaats in het hart dragen: LUCTOR ET EMERGO. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 19