Zeeuws Tijdschrift 1950 - Bestek - 1970 I960 N U M M E R 1 11e JAARGANG 196 1 Met het voorliggende nummer van het 2eeuws Tijdschrift begint de tweede decade. In heden daagse begrippen omgezet schaart de redactie zich onder de tieners, zonder nochtans de pretentie te hebben nu het blad geheel van de mond te verwijderen. Zij zou zich hieraan onverdeeld wel willen wagen, maar beseft dat een regionaal tijdschrift in een kleine provincie van nature iets onwaarachtigs over zich heeft daar het zijn bestek moet uitzetten binnen de kleine marges tussen kwetsbare tenen. De intelligente lezer zal af en toe hebben geconstateerd dat de redactie enkele keren deze marges schuchter te buiten gaat. De redactiesecretaris heeft in deze kolommen eens een venijnig gesprek gevoerd met een provinciaal functionaris; er moet enige verwondering zijn geweest dat beiden sedertdien nog plezierig met elkaar omgaan. De paleisrevolutie in een niet nader aan te duiden genootschap heeft haar aanvang gevonden in dit blad; voordat er evenwel moed toe nodig was om verder te gaan waren de vermolmde deuren al bezweken. Het modeverschijnsel van het gesloten beraad in verschillende vroedschappen is hier gesignaleerd; het signalement verloor ietwat aan scherpte door de algemeenheid waarmee het werd verspreid. Wij hebben één keer een contra-aanval op de Provinciale Staten, onze broodheren in zekere zin, gedaan; de kritiek was kennelijk afkomstig van niet-abonnees, want wij hebben er nooit meer van gehoord. Dan werd er een gemeente gebrandmerkt die de festiviteiten ter gelegenheid van de opening van de Provinciale Griffie ten eigen nadele lichtelijk saboteerde. Voor het overige hebben wij nogal eens flink getimmerd op de Randstad en op Montgomerywij zullen ons daar voortaan wat in moeten beperken, want die twee hebben nauwelijks verweer. „Levensbeschouwelijk" zijn wij voor Zeeuwse begrippen ook wel eens ongebruikelijk ver gegaan. Een dominee noemde Zeeland het land der nadere reformatie en maakte daarmee een Katholieke burgemeester een beetje boos. Een gereformeerd socioloog schreef over de commercialisering van het geloofsleven ten behoeve van het toerisme; een pastoor bekritiseerde de eigen kerk omdat zij in het verleden verstek had laten gaan bij het begeleiden van de industrialisatie. Het beleid ten aanzien van de subsidiëring van de muziekschool en het Zeeuws studiefonds werden bekritiseerd, evenals de verwaarlozing van ons landschap op enige punten. Wij lieten een befaamd Zeeuw zelfs de Westerschelde afsluiten. In verschillende gevallen oefende het tijdschrift reële invloed uit op de ontwikkeling. Behalve enkele van de bovenstaande voorbeelden is hiervan de reputatiebehartiging een boompje uit het bosje. Over de gunstige invloed van het watersnoodnummer op onze kamerleden wordt nog steeds gesproken. Voor de rest was het veel documentatie, economische beschrijving, deltaplan en geschiedenis. Maar dit aandeel is geleidelijk minder geworden. De lezer zal begrijpen dat de redactie wel een iets andere kant uit wil. Zij zal hiertoe in de jaren tien een poging ondernemen, als de talenten, ook van anderen, zulks toestaan. De toenemende openheid van ons maatschappelijk leven vraagt om minder zelfgenoegzaamheid. Het bestuur, waarvan wij met name gedeputeerde A. Schout met erkentelijkheid noemen en de trouwe lezerskring zullen ons dit zeker veroorloven. Intussen wil dit dubbele nummer een indruk geven van de doorsnee-hoedanigheid van het Zeeuws Tijdschrift, ten gerieve van de abonnee en ten behoeve van een propaganda-actie waarin hem een rol is toebedacht. REDACTIE 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 1