No. 1
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
ongetwijfeld uit wraak op hetgeen deze man
met zijn ongelofelijke werkkracht in vroeger
jaren op het gebied der arbeidersorganisatie
tot stand had gebracht.
De socialistische pers.
AAN deze „Zeeuwse Propagandaclub voor
Algemeen Kies- en Stemrecht" dankt
Zeeland ook zijn eerste socialistische or
gaan: „De Volksstem". Het werd 1 april 1888
opgericht, verscheen tweemaal in de maand
en diende zich aan als een „blad tot een
voudige bespreking van maatschappelijke en
staatkundige onderwerpen" en als een „nieuwe
strijder voor de rechten van de arbeidende
klasse en de belangen van den kleinen burger".
Een van de redacteuren was Christiaan Ge
rard Cornelissen (1864-1943), van 1888-1892
onderwijzer aan de leerschool van de Rijks
kweekschool te Middelburg, destijds nog een
onbekend man, maar die later hij vestigde
zich in 1898 voorgoed in Frankrijk een be
kende figuur zou worden in de internationale
syndicalistische beweging. Het blad heeft het
maar een jaar kunnen uitzingen en moest toen
worden opgeheven omdat de uitgaven de in
komsten overtroffen. Samen met de Vlissinger
L. Mieremet, die de administratie had gevoerd,
en de Middelburger C. Hagendoorn richtte
Cornelissen toen een kleiner blad op, dat ze
„Licht en Waarheid" noemden en waarvan het
eerste nummer op 18 mei 1889 verscheen. Ook
de uitgave van dit blad, dat eveneens om de
14 dagen uitkwam, moest al spoedig, eind
1890, worden gestaakt. Doordat Mieremet het
meer en meer in de anarchistische richting
dreef, verloor het zijn toch al niet talrijke
lezers vrijwel geheel. Ook „De Zeeuwsche So
cialist", een blaadje dat in juni 1892 in Vlis-
singen begon te verschijnen, schijnt maar een
efemeer bestaan te hebben geleid; er is maar
één nummer van bewaard gebleven en mis
schien is er ook niet meer van verschenen.
Pas in het jaar daarop zou met „De Toe
komst" de schepping van Van der Veer, het
eerste Zeeuwse socialistische blad verschijnen
dat levensvatbaarheid bleek te bezitten en
zich niet minder dan dertig jaar, tot 1923,
zou handhaven.
Omstreeks 1890 was er ook in Zeeland een
kentering gekomen in de waardering van het
socialisme, althans onder de liberale burgerij
van Middelburg. Ook onder degenen die er
niet mee sympathiseerden over hen spreken
we straks waren er verscheidenen die de
nieuwe beweging in elk geval au serieux na
men. Toen ten tijde van het Palingoproer in
1886 vrijwel de hele pers tegen de socialisten
ophitste, was de liberale „Middelburgsche
Courantéén van de weinige bladen die daar
tegen protesteerde.
Al in 1880 had mr. M. J. de Witt Hamer
in een maandvergadering van het Zeeuwsch
Genootschap over het socialisme gesproken.
In januari en december 1892 behandelden mr.
W. Polman Kruseman, de secretaris van het
Genootschap, en de oud-predikant J. H. C.
Heyse, Gedeputeerde van Zeeland, hetzelfde
onderwerp. In zijn oudejaarsavondpreek sprak
de Middelburgse vrijzinnige predikant dr. F.
P. J. Sibmacher Zynen in 1893 de verwachting
uit dat het Christelijk Socialisme op het punt
stond zijn intrede te doen. „Van dat woord
Socialisme moet men niet bang zijn"zei hij bij
die gelegenheid, „ook niet in de kerk en op den
kansel. Het is een goed woord voor eene goede
zaak! Dit zal te beter worden erkend, als het
maar eenmaal zijne tegenwoordige periode
van schelden en schimpen, van schetteren en
schieten heeft doorgeworsteld en een meer
Christelijk karakter heeft aangenomen. Dit
laatste echter zal niet geschieden, als niet het
Christendom onzes tijds meer Sociaal wordt,
en in het Socialisme het goede, het ware, het
heilige levensbeginsel, dat het met den gods
dienst van Jezus gemeen heeft, weet te er
kennen en te waardeeren."
K. van der Veer.
TOEN ds. Zynen over schelden en schim
pen sprak, heeft hij daarbij zeker het
oog gehad op zijn veertig jaar jongere
jeugdige stadgenoot Johannes Koenraad van
der Veer (1867-1928), de meest geruchtma-
27