43 No. 1 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Tegen het einde van het derde millennium v. Chr. vestigt zich een andere bekercultuur- groep in de Lage Landen, die der „standvoet- bekers" 6). Deze mensen begroeven hun doden en wierpen over het graf een grafheuvel op. Soms werd de dode in een boomkist, gemaakt van een pasgekapte eikeboom in de aarde be graven. Het looizuur van het eikehout heeft dan de dode en vaak ook zijn kleding en grafgiften goed geconserveerd. Zo goed zelfs dat de kleur van het haar en van de ogen van de mens die meer dan 3000 jaar geleden werd begraven bij de opgraving kon worden vast gesteld. In de loop der eeuwen werd het be graven geleidelijk aan vervangen door crema tie. In beide gevallen spreekt men echter van grafheuvels (tumuli). De mensen der standvoetbekers waren waarschijnlijk afkomstig uit de Oekraïne. Het waren strijdlustige, bewegelijke herdersstam- men. Hun meest gevreesde wapen was de strijdhamer. Waar ze telkens andere grote ge bieden weidegronden nodig hadden voor hun kudden, zullen zij vaak in botsing gekomen zijn met de daar reeds gevestigde bewoners. In enige eeuwen verspreiden zich deze strijd- hamerlieden van de Oekraïne naar de Lage Landen. Fig. 5. Standvoetbeker. Nog een andere groep mensen der beker cultuur kwam omstreeks 2000 v. Chr. naar deze streken. Deze behoorde tot de klokbeker cultuur 7). Zowel in Drenthe en op de Veluwe als in Vlaanderen vinden we bewijzen van hun verblijf aldaar. Hun klokbekers worden mari- Fig. 6. Maritieme klok-beker. tieme klokbekers genoemd, ter onderscheiding van andere klokbekers die in diezelfde tijd in Bohemen en Moravië werden vervaardigd. De vertegenwoordigers der maritieme klok bekers zoals die zich b.v. langs de Schelde (Temse, Dendermonde) vestigden waren via noordwest Frankrijk uit Spanje en Portugal naar hier gekomen. Mogelijk zijn zij vanuit zee de Scheldemond ingevaren. Waar toen die Scheldemond was, weten we niet. Wel mogen we aannemen dat beide groepen indringers, zowel de standvoetbeker- als de klokbeker- lieden zich de eerste tijd als heersers over de reeds aanwezige bewoners hebben gedragen. Door vermenging met de autochtone bevolking volgt dan langzamerhand een erin opgaan. Ook de beide groepen beker-culturen hebben van elkander gereedschappen en methoden overgenomen net als er in zeker opzicht een versmelting plaats vond van alle nu hoe langer hoe meer met elkander in contact tre dende bevolkingsgroepen in een uitgestrekt gebied in Europa. Sommigen nemen zelfs aan dat toen een bepaalde vorm van Indo-europese eenheid tot stand was gebracht door de „Be- kerlieden" die er niet alleen de dragers maar ook de verspreiders van zouden zijn geweest. De bewoners der Schelde-vallei waren in hun moeras-nederzettingen gedurende lange tijd enigszins tegen het binnendringen van an dere volksstammen beveiligd. Of we deze moerasnederzettingen „paaldorpen" kunnen noemen is niet bekend omdat de onderzoe kingen, ook de opgravingen hiernaar te on nauwkeurig en niet wetenschappelijk genoeg

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 43