No. 1 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Dat de Kelten de techniek van het wagen- bouwen beheersten, wordt bewezen door de vele benamingen voor de verschillende soorten wagens die de Romeinen overnamen van de Kelten, zoals b.v. „carpentum", een tweewie lige wagen, in het Keltisch „karbantorigon". Ook andere woorden zijn door de Romei nen uit het Keltisch overgenomen. Het latijnse woord „camisia" (hemd) komt uit het Kel tisch, in het Frans „chemise". Ook het Franse woord „laine" is via het Latijn afkomstig van het Keltische woord „laina". De houten san daal van Keltische herkomst, die in Rome zeer op prijs werd gesteld, heette „gallicula" wat een Keltisch woord is. De Keltische mantel met capuchon die tot de enkels reikte, werd door keizer Marcus Aurelius Severus Antonius in Rome ingevoerd. Het Keltische woord voor deze mantel is „carracalla". Keizer Marcus Er is naar men telkens weer zegt en schrijft een vrijetijdsbesteding-probleem. 2) We mogen aannemen dat ten slotte op dit veen op sommige plaatsen bewoning mogelijk was. Professor dr. F. J. Faber zegt in zijn boek „Geo logie van Nederland", pagina 414: „toen even voor het begin van onze tijdrekening bodemdaling merkbaar werd en de zee het land indrong 4) Het is zeer de moeite waard het museum te gaan bezichtigen van de daar tijdens de opgravingen ge vonden voorwerpen. B) Uit de Wester-Schelde bij Ellewoutsdijk zijn een z.g. „Lingby-bijl" en een stukje gepatineerd vuursteen afslag opgebaggerd. Dit laatste is volgens dr. P. J. R. Modderman afkomstig uit de Levalloisien-tijd, dus tien duizenden jaren geleden, de „bijl" waarschijnlijk uit het laat-Palaeolithicum, dus niet meer dan 10.000 jaar oud. Alhoewel mag worden verondersteld, dat er reeds in die tijd in Zeeland mensen woonden, bewijzen deze beide vondsten weinig voor die bewoning omdat ze dus door de Schelde kunnen zijn aangevoerd toen die nog van Gent naar het noorden langs Ellewoutsdijk stroomde. 6) Beker-cultuur is een misschien onjuist gekozen be naming. De „beker" waarnaar de verschillende beker cultuur-groepen hun naam hebben gekregen, is (pag. 84, De Laet en Glasbergen) eigenlijk geen beker maar een V_2 O Aurelius kreeg naar deze mantel de bijnaam „Carracalla". Slechts enkele punten betreffende de Kelten konden in dit artikel worden behandeld. Ho pelijk zal er in één der nummers van de elfde jaargang plaats kunnen worden gevonden om iets meer te zeggen over de verhouding van mens tot mens tussen de Kelten onderling: krijgshoofden en ridderkaste; druïde-kaste; derde stand, die der werkende massa; vierde stand, die der hardzwoegende slaven. Dan kan ook de Romeinse bezetting, die enige eeuwen een bepaald soort rust en wel vaart bracht, aan de orde komen en misschien ook enige voor de meeste Nederlanders on bekende feiten over het doen en laten van de Noormannen. versierde pot of vaas. Prof. Childe spreekt echter wel van een „aarden drinkbeker". Pag. 142 „De prehistorie der Europese samenleving." 7) Nauwkeurig onderzoek, ook met behulp van de C14-methode heeft aangetoond dat deze beide beker culturen met een tussenruimte van meer dan een eeuw, dus onafhankelijk van elkaar de Lage Landen zijn binnengedrongen. 8) Ten zuiden en zuidoosten van Aardenburg zijn ook „knuppelwegen" gevonden. Een onderzoek hier naar heeft nog steeds niet plaats gevonden. Men neemt aan dat ze aangelegd zijn tijdens het turfgraven in de dertiende en veertiende eeuw. Doch dat wil niet zeggen dat ze eventueel niet van veel oudere datum zouden kunnen blijken te zijn. Ook de Romeinen hebben in moerassige gebieden „knuppelwegen" aangelegd. En ook de prae-romeinse bewoners der moeras-nederzettingen. Een heel mooi voorbeeld van de wijdvertakte, internationale handel is het halssnoer dat in 1881 in het veen te Exloo bij Odoorn werd gevonden. Dit bestaat uit 25 kralen van tin (ongetwijfeld van Britse oorsprong) 14 barnstenen kralen (waarschijnlijk uit het Oostzee-gebied) 4 blauw-groene Faience-kralen (zo als ze in Egypte voorkwamen in de 14è en 13e eeuw v. Chr.) en een stukje bronsblik. 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 47