ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 1
op zichzelf staande eenheid is, die uitsluitend
zelf haar toekomstige ontwikkeling in de hand
heeft.
Wij leven in een periode van vergrote
schaal, waarin wij met grotere eenheden zijn
gaan werken en wel op het niveau van de
wereldkaart, waarbij Zeeland een deel is van
Nederland of beter nog: van West-Europa.
In dit gebied van West-Europa heeft Zeeland
twee duidelijke functies te vervullen.
In de eerste plaats is dit een industriële
havenfunctie voor het stroomgebied van de
Rijn en wat daarmee verbonden is. Het is
zeker niet de enige haven; het heeft de krach
tige medespelers als Amsterdam en de reus
Rotterdam en later wordt deze voorhoede
wellicht nog versterkt met een nieuwe uiterst
rechts, bij Den Helder en Wleringen.
Het zal er om gaan om hierbij een vrucht
baar samenspel te ontwikkelen inplaats van
eikaars kansen af te snoepen. In dit viertal
heeft ieder weer zijn eigen taak en ieder zal
te zijnertijd de kans krijgen om doelpunten te
scoren.
Het feit, dat Vlissingen en straks ook het
Sloehavenproject aan de open zee zijn ge
legen en dicht bij het Engelse Kanaal, brengt
deze gebieden in een gunstige positie, die zelfs
voordeliger lijkt dan die van Rotterdam.
Evenwel is de verbinding met de Rijn veel
gecompliceerder en de kans om de zeer diep
stekende supertankers aan de havenwal te
krijgen is vergeleken met de mogelijkheden
van Rotterdam gering. Maar dit ontneemt
toch niet de kans voor een zeer belangrijke
ontplooiing van Vlissingen en het Sloehaven-
plan.
De tweede functie, die Zeeland te vervullen
krijgt in West-Europees verband, is die van
recreatiegebied, waarvoor zich de ligging en
de bestaande natuur- en cultuurwaarden zich
bijzonder lenen.
De Zeeuwse eilanden zijn gelegen tussen en
in, relatief bezien de onmiddellijke nabijheid
van de conurbaties: Randstad Holland en de
Vlaamse steden. Het is een opengebleven ge
bied, slechts in geringe mate geürbaniseerd en
met uitgestrekte bevaarbare wateren, stranden
en oevers. Daarbij zijn de stranden van Zee
land voor de grote agglomeraties in het Ruhr-
gebied veel dichterbij dan de Duitse Noordzee
en Oostzeekust.
De recreatie, die in Zeeland wordt geboden,
vervult dus in de toekomst niet een plaatse
lijke maar een internationale functie. De volle
ontwikkeling hiervan zal pas ten volle te mer
ken zijn als door de uitvoering van de Delta
werken de verbindingen verbeterd worden en
afgedamde zee-armen ook veilig water bieden
aan niet geheel zeewaardige jachten. Als eerste
voorbeeld hiervan zien wij thans reeds de
Belgische activiteit op dit gebied bij Kortgene.
Het zal Zeeland geboden zijn om deze twee
belangrijke functies op zo'n wijze tot ont
wikkeling te brengen dat het meeste voordeel
bereikt wordt en dat er geen andere waarde
volle belangen mee ten gronde gaan.
Schaduwen.
HET beroeren met de toverstaf der hui
dige en toekomstige grote ontwikkeling
is niet geheel ongevaarlijk. Het inge
schakeld worden in de toegespitste activiteiten
van West-Europa is een duidelijk gevaar voor
de aantasting van reeds eerder bestaande be
langen.
Wie denkt hierbij niet aan de Zeeuwse oes
tercultuur? En wie denkt niet aan de gevoelige
schoonheid van Veere en de intieme kleinheid
van schaal van Middelburg, waar straks de
horden der massarecreatie op aan zullen ste
venen? Het zal heel wat moeite kosten om
de toekomstige functies van Zeeland zodanig
te leiden en te lokaliseren, dat de thans be
staande kostelijke natuur- en cultuurmonu
menten kunnen worden gespaard voor die
genen, die hiervoor oog en begrip hebben en
dat zij niet onder de voet worden gelopen
door hen, die minder subtiel zijn ingesteld.
Men zal moeten trachten de massa's te leiden
naar de stranden en naar die gebieden waar
geen bijzondere waarden op het gebied van
cultuur of natuurwetenschap aanwezig zijn.
De toegang naar deze gebieden vanaf de
4