ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 1
kleding van de monumentale Schutterszaal.
Wie zich deze zaal herinnert van voor de
oorlog, weet, dat alle voorwerpen zich op de
grond bevonden, terwijl van bijschriften geen
sprake was. Op bijgaande foto, genomen in
december 1960 zijn de plannen voor de ver
lichting nog niet uitgevoerd; deze bestaan uit
het aanbrengen van spotlights tussen de span
ten van de zo bijzonder fraaie kap afbeelding
1, 2).
Een van de moeilijkste opgaven waarvoor
verschillende musea hier staan is het exposeren
van de Zeeuwse klederdracht. Wil deze af
doende beschermd zijn tegen inwerking van
stof en licht dan is opstelling achter glas en
bij kunstlicht een gebiedende eis. Typerend
voor de mentaliteit van het vroegere museum
beleid is de opmerking van A. M. de Man, die
in 1920 over de onbeschermde opstelling van
enkele aangeklede poppen in een vertrek van
het museum van het Zeeuwsch Genootschap
laconiek schreef: „Laten wij hopen, dat stof,
vocht en sterk licht in het museum de frissche
Zeeuwsche kostuums niet al te veel zullen
deren, opdat zij nog lange jaren de bewonde
ring der bezoekers mogen trekken" 2). Dit
museum heeft het bezit sedertdien uitgebreid
met een omvangrijke collectie kostuums, in
twee zalen geëxposeerd en gedeeltelijk in vi
trines, het overgrote deel echter, bij gebrek
aan middelen op poppen, onbeschermd, achter
een koord uitgestald afbeelding 3). Volgens
ditzelfde principe zijn de beide vertrekken
van het museum „De Axelse hoerenkamer" in
het stadhuis aldaar ingericht. In de ene ruimte
is, achter een laag schot, een gezelschap rond
een tafel bijeen; in de andere kamer zitten
twee poppen aan de haard, door niets ge
scheiden van de bezoeker, wat het element
van „echtheid" ongetwijfeld verhoogt af
beelding 4).
In Hulst heeft men de klederdrachten on
dergebracht in vitrines: een rij aangeklede
poppen voor een achtergrond van kleurige
doeken, rokken, schorten, en door accessoires,
sieraden, hoeden en dergelijke afgewisseld.
Tegen het nadeel, dat deze kostuums niet in
vermeld dit, omdat ik mij wel eens afvraag,
of, nu zoveel vreemdelingen 's zomers deze
musea bezoeken, het voorbeeld van Sluis niet
meer moest worden nagevolgd.
MET dit alles zijn wij gekomen aan de
bespreking van een typisch twintigste
eeuws probleem: dat van de presenta
tie. Zierikzee was het eerste museum, dat mo
derne stalen vitrines bestelde o.a. ter aan
Afb. 2. Moderne vitrines in het Gemeentemuseum te
Zierikzee.
Foto: van Hinte, Aardenburg, 1959.
Afb. 3. Kostuumverzameling in het museum van het
Zeeuwsch Genootschap te Middelburg.
Foto: Bureau, van de Rijksinspecteur voor
Roerende Monumentens-Gravenhage, 1956.
50