tsmm
l
as
54
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 1
van toen. Doordat haar inboedel de oorlog niet
ongeschonden overleefde en derhalve met
bruiklenen van elders moest worden aangevuld
Sr
Afb. 11. Zaal met „Sterrenkabinet" in het museum
De Schotse Huizen te Veere.
Foto: ]hr. W. L. den Beer Poortugael, Veere, 1960.
PPlfii
Afb. 12. Aanbouw van het museum van het Zeeuwsch
Genootschap te Middelburg (1889).
Foto: Bureau van de Rijksinspecteur voor
Roerende Monumenten, 's-Gravenhage, 1956.
kreeg het museum vanzelf een ander karakter.
Deze koude en vochtige zestiende-eeuwse ge
bouwen stellen de beherende stichting voor
problemen van velerlei aard afbeelding 11).
Twee keer werd in Middelburg een echt
Museumgebouw-met-bovenlicht gezet: voor
het Kunstmuseum in de tuin van het Schutters
hof „De Edele Handboog" inl886 en in 1889
de aanbouw van het museum aan de Wage-
naarstraat. Het eerste bestaat uit drie zaaltjes
en is, nu de schilderijen zijn opgeborgen, als
tentoonstellingsruimte regelmatig in gebruik.
In het tweede zijn topografische prenten en
bodemvondsten uitgestald in donkere, ouder
wetse, wat nadrukkelijke vitrines. Geeft onze
tijd de voorkeur aan zo min mogelijk pretentie
bij het inrichten van een zaal en werkt zij
afleidende elementen zoals een kapconstructie
gaarne weg achter hout of board, in 1889
vond men zo'n zaal pas „eerlijk" als alles
duidelijk was te zien afbeelding 12).
Dit zijn in vogelvlucht enkele aspecten van
de musea en oudheidkamers in Zeeland. Het
zal, om op het uitgangspunt terug te komen,
duidelijk zijn, dat onderling contact, het uit
wisselen van inzichten en ervaringen op mu-
seumtechnisch gebied alleen maar stimulerend
kan werken bij hen, die met het beheer ervan
zijn belast.
4) Deze gegevens werden ontleend aan „De Neder
landse Musea", uitgegeven in opdracht van het Mi
nisterie van onderwijs, kunsten en wetenschappen,
derde druk, 's-Gravenhage, 1956.
Het Schoolmuseum in de Gereformeerde Uloschool
te Middelburg valt buiten het karakter van deze be
spreking.
2) A. M. de Man: „De Ouderwetsche kamer sedert
haar oprichting in 1882", in: Gedenkboek, uitgegeven
ter gelegenheid van het anderhalve-eeuwfeest van het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Middel
burg 1769-1919", pag. 65.
3) Petra Clarijs: „Het Nederlands Costuumm.useum
heropend", in: Bulletin van de Koninklijke Nederlandse
Oudheidkundige Bond, 1957, pag. 271 e.v.
4) H. G. van Grol: „Het Stedelijk Museum te Vlis-
singen 1890-27 Aug.-1940", Ylissingen, 1940, pag. 82.