No. 2 ZEEUWS TIJDSCHRIFT de Zeeuwse belangstelling is opgelopen tot 72,5 °/o van de Nederlandse. Men kan hier ook de invloed van de oprichting van het Zeeuws Studiefonds onderkennen. Wat de deelname uit de verschillende delen der provincie betreft, blijkt duidelijk dat de invloed van de nieuwe na-oorlogse scholen en schooltypen nu ook bij het hoger onderwijs is gaan meetellen, zoals het volgende staatje laat zien. De studenten uit Zeeland naar gebied van herkomst. toename 1954-' 5 5 1958-'59 (afname) Schouwen-Duiveland en Tholen 50 48 4 o/o Goes 34 50 47 °/o Plattel. Bevelanden 67 80 19 »/o Vlissingen 43 56 30 °/o Middelburg 55 62 13 Plattel. Walcheren 26 39 m 50 W. Z.-Vlaanderen 50 63 26 °/o O. Z.-Vlaanderen 86 126 47 (Bron: C .BS.) Het platteland van Walcheren, Goes en Oost Zeeuwsch-Vlaanderen tonen thans een veel groter deelnamecijfer; in Noord-Zeeland daalde echter het aantal. WANNEER men de relatieve deelname naar bevolkingsaantal beziet, dan blijkt, dat Goes Middelburg is voor bijgestreefd met thans per 10.000 inwoners van 18-29 jaar 214 studenten. Middelburg geeft nu een cijfer van 190 te zien, West Zeeuwsch-Vlaanderen 153, Oost Zeeuwsch- Vlaanderen 128, Vlissingen 103, het platte land der Bevelanden 88, dat van Walcheren 82 en de rij wordt met 71 gesloten door Noord-Zeeland, dat vier jaar eerder nog bo ven het platteland van Midden-Zeeland stond. Toch zijn er in Nederland nog veel gebieden met een lagere deelname-coëfficiënt; voor de onderscheidene regionale gebieden in ons land variëren deze cijfers van 18 (Schoonebeek in Drenthe) en 33 (De Lijmers in Gelderland en het Kempenland in Noord-Brabant) tot 758 (Oegstgeest) en 794 (Wassenaar). Het aantal vrouwelijke studenten uit Zee land steeg van 39 tot 52, doch ligt nog steeds sterk onder het gemiddelde van Nederland (25, resp. 59 per 10.000 vrouwen van 18-29 jaar). De verschillende universiteiten en hogescholen. NOG steeds is het Zeeuwse contingent te Delft het grootst (131). Utrecht en de Vrije Universiteit hebben met 93, resp. 72 studenten de Stedelijke Universiteit van Amsterdam van de tweede plaats verdrongen (gedaald van 81 op 58 Zeeuwse studenten). Het aantal te Leiden bleef vrijwel hetzelfde met 48; dat te Nijmegen echter steeg van 18 tot 45. De kleinste aantallen tellen Wagenin- gen (22), Rotterdam (15), Tilburg (12), Gro ningen (7) en de hekkesluiter is de nieuwe technische hogeschool te Eindhoven (5) 3). Relatief zijn de Zeeuwen thans het sterkst vertegenwoordigd aan de Vrije Universiteit (3,2 Te Wageningen, Delft en Nijmegen ligt het percentage tussen de 2 en 3; bij de andere instellingen voor hoger onderwijs tussen de 1 en 2. (behalve Groningen: 0,3 Het gemiddelde is 1,6 °/o. De oprichting van protestants-christelijke en rooms-katholieke middelbare scholen in Zeeland heeft geleid tot een stijging van het aantal Zeeuwse studenten te Nijmegen met 150 (de totale groei te Nijmegen bedroeg 65 en een stijging bij de Vrije Universiteit met 89 °/o (totale groei 32 Een kleinere relatieve stijging viel te bespeuren te Wage ningen en te Delft. Daarentegen liep de deel name ook absoluut te Rotterdam iets terug en, zoals we reeds zagen, was dit bij de Stede lijke Universiteit van Amsterdam zelfs zeer sterk het geval. Nog steeds is er relatief van een Zeeuwse voorkeur sprake voor gespecialiseerde hoge scholen boven universiteiten: van de Zeeuwse studenten is bij de hogescholen 39 inge schreven; van de Nederlandse studenten in totaal 30 3) Het C.B.S. geeft als totaal 508 i.p.v. 524. 81

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 17