ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 2
eveneens „kaken" is gaan noemen 3). Belang
rijk is de vraag, welke bewerking de „caecha-
rync" nu onderging in de jaren, voorafgaande
aan de uitvinding door Willem Beukelszoon.
Het antwoord hierop kan uiteraard niet zijn
gebaseerd op historisch vaststaande gege
vens, maar uitsluitend op de kennis van de
eigenschappen van de haring, van de houd
baarheid, van de om hem voor export ge
schikt te maken noodzakelijke wijze van
bewerking en van bepaalde, deels bekende
handels- en vaktermen.
In die dagen is er sprake van „Caeckha-
rync" tonharing, en van „Corfharync"
mandharing. Precies als nog voor kort in onze
aanvoerplaatsen werd de gezouten haring aan
gevoerd resp. aangeboden in vaten, de verse
haring in manden. De „gecaecte" haring had
op zee of aan de wal een zekere bewerking
ondergaan, de „corfharync" of „panharync"
niet. Zomin als onze voorouders het varken
gedood en in zijn geheel in de pekel gelegd
zullen hebben zonder vooraf de bederfbevor-
derende delen van het dier te verwijderen,
evenmin zullen zij de haring zonder enige
bewerking in het zout hebben gezet.
Hoogstwaarschijnlijk heeft men de haring be
werkt op dezelfde wijze zoals men hier te
lande nog niet lang geleden toen de koel-
middelen en -installaties aan boord en aan de
wal nogal primitief waren de zeevis be
handelde; d.w.z. men heeft de haring ge
stript 4), dus van ingewanden en van hom of
kuit ontdaan; de kop bleef eraan. Daarna
gezouten en in tonnen gepakt „gecaect".
Een afdoende methode om de haring voor
lange tijd tegen bederf te vrijwaren. Slechts
bij zulk een bewerking zal de ten tijde van
de machtige Hanze op ruime schaal bedreven
haring-export mogelijk zijn geweest.
Kwaliteit.
HET strippen was dus iets anders dan de
vorenomschreven bewerking door Wil
lem Beukelszoon. Houdbaar en expor
tabel is een gestripte haring zeker. Maar de
kwaliteit? Niet te vergelijken met die van
'Millem Beukelszoon. Jammer, dat zovelen
die beschouwingen over Willem Beukelszoon
ten beste gaven, van deze belangrijke zaak, de
belangrijkste, zo weinig of in 't geheel niet
gewaagden.
Overigens behoeft men om de kunstmatige
nevel, waarin men de gestalte van Willem
Beukelszoon heeft gehuld, te verdrijven, niet
tot in de 13e of 12de eeuw in Frankrijk, in
Zweden of in het klooster Fulda te gaan speu
ren. De jaren 1959, 1954 en 1953, om slechts
deze te noemen, zijn vlakbij. Hoe traden in
1959 de groot- en kleinhandelaren in het ge
weer tegen degenen, die verse, door trolders
gevangen haring aan de wal met zout be
sprenkelden, ze kaakten en dan als echte Hol
landse Nieuwe het publiek aanboden, aan
welk bedrog in 1953 zelfs een rederij van
naam medewerkte! Belangrijk eveneens een
veroordeling van 3 vishandelaren tot boetes
van 25,en 15,omdat zij aan de
wal gekaakte, voor op zee gekaakte Hollandse
Nieuwe hadden verkocht. („Nieuwe Rotter-
damsche Courant", 5-10-'54).
Scheveningen, Vlaardingen en Katwijk zijn
ook vlakbij. Men consumere daar eerst enige
op zee, direct na de vangst bewerkte haringen,
om het even of deze 1 dag, 1 week of 1 maand
oud zijn; vervolgens enige ongekaakte z.g.
steurharingen, of z.g. verse haringen, met zout
besprenkeld en aan de wal gekaakt. Ook een
vers gestripte en daarna gezouten haring.
Enorm het verschil en men zal na deze proe
ven begrijpen, waarom die Arnhemse consu
menten hoogst ontstemd direct naar de eco
nomische rechter liepen, eveneens, waarom de
binnen- en buitenlandse fijnproevers de
eeuwen door verzot waren op de a la Willem
Beukelszoon bewerkte haring en daarvoor veel
hogere prijzen betaalden dan voor het door
Fransen en Engelsen aan de wal gekaakte
produkt; soms zelfs hogere dan voor zalm en
kreeft, wanneer men bedenkt, dat ca. 150 jaar
geleden voor de eerste Nieuwe j 800,werd
betaald, in 1779 zelfs 1280,per vat, ge
lijk aan minstens 8.000,tot j 12.000,
per vat naar de huidige geldswaarde. Ons
86